Installeren, instellen en configureren
7
Sluit het netsnoer aan op de printer en vervolgens op een stopcontact.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact dat zich dicht in de
buurt van het product bevindt en gemakkelijk bereikbaar is om brand of elektrische schokken te
voorkomen.
8
Zet de printer aan.
Netwerkfunctionaliteit
Printer aansluiten op een Wi-Fi-netwerk
Zorg dat Actieve adapter is ingesteld op Automatisch. Selecteer in het startscherm Instellingen >
Netwerk/poorten > Netwerkoverzicht > Actieve Adapter.
1
Raak in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Configuratie via printerscherm >
Netwerk kiezen aan.
2
Selecteer een Wi-Fi-netwerk en typ vervolgens het netwerkwachtwoord.
Opmerking: Voor Wi-Fi-netwerkklare printermodellen verschijnt tijdens de eerste installatie een
vraagvenster voor het instellen van het Wi-Fi-netwerk.
De printer verbinden met een draadloos netwerk met Wi-Fi Protected
Setup (WPS)
Controleer het volgende voor u begint:
•
Het toegangspunt (draadloze router) is gecertificeerd voor WPS of compatibel met WPS. Raadpleeg voor
meer informatie de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd.
•
Er is een draadloze netwerkadapter in de printer geïnstalleerd. Raadpleeg de instructies bij de adapter voor
meer informatie.
•
Actieve adapter is ingesteld op Automatisch. Selecteer in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten
> Netwerkoverzicht > Actieve Adapter.
De methode met drukknop gebruiken
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Wi‑Fi Protected Setup > Methode
met drukknop starten.
2
Volg de aanwijzingen op de display.
De methode met pincode gebruiken
1
Tik in het startscherm op Instellingen > Netwerk/poorten > Draadloos > Wi‑Fi Protected Setup >
Startmethode met pincode.
2
Kopieer de WPS PIN van acht cijfers.
3
Open een webbrowser en typ het IP-adres van het toegangspunt in de adresbalk.
39