16
|
Installatie van de unit
16.2 De binnenunit monteren
16.2.1 Richtlijnen bij de installatie van de binnenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
52
▪
B: Minimum- en maximumafstand tot de vloer:
-
Minimum: 2,7 m om onopzettelijk aanraken te voorkomen.
-
Maximum: Afhankelijk van de luchtuitblaasrichtingen en de capaciteitsklasse.
Controleer ook of de lokale instelling "Plafondhoogte" juist is ingesteld. Zie
"20.1 Lokale
instelling" [
▪
Voorzie service-openingen in de zijkant van de besturingskast om het onderhoud
te vergemakkelijken.
a
Inspectieopening
INFORMATIE
Voor sommige opties kan extra serviceruimte vereist zijn. Raadpleeg de
montagehandleiding van de gebruikte optie vóór de installatie.
Vereisten minimum vloeroppervlakte
VOORZICHTIG
De totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem mag niet groter zijn dan de
vereisten voor de minimum vloeroppervlakte van de kleinste kamer van het systeem.
Voor de vereisten voor de minimum vloeroppervlakte voor binnenunits, zie de
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de buitenunit.
INFORMATIE
Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding van de optionele
apparatuur bij de installatie hiervan. Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse,
kan het gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te installeren.
▪
Sierpaneel. Installeer het sierpaneel altijd nadat u de unit hebt geïnstalleerd.
OPMERKING
Na de installatie van het sierpaneel:
▪
Controleer dat de unit en het sierpaneel goed aansluiten. Mogelijk gevolg:
Anders kan er lucht lekken en dauwvorming veroorzaken.
▪
Zorg ervoor dat er geen olie achterblijft op de plastic onderdelen van het
sierpaneel. Mogelijk gevolg: Aantasten en beschadigen van plastic onderdelen.
4
71].
450
a
(300)
(mm)
FXZA15~50A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599623-1B – 2020.10