FXZA15~50A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P599623-1B – 2020.10
OPMERKING
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken
afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die
een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie
dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet
worden gegeven.
Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische draden op een gepaste
afstand van stereotoestellen, pc's, enz. te installeren.
In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3 m of meer bedragen om
elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en moeten de
voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.
▪
Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade kan
veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪
Kies een plaats waar het werkingsgeluid of de warme/koude lucht van de unit
geen overlast veroorzaakt.
▪
Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd wordt.
▪
Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd.
▪
Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking) (accessoire). Gebruik
het schemablad voor de keuze van de installatieplaats. Op dit blad vindt u de
afmetingen van de unit en van de vereiste plafondopening.
▪
Luchtstroomrichtingen. U kunt verschillende richtingen kiezen voor de
luchtstroom. Kies de richting die het best geschikt is voor de kamer. Voor meer
informatie, zie de montagehandleiding van de optionele afsluitplaatkit.
Voorbeeld:
a
a
4-wegs luchtuitblaas (alle luchtuitblazen open)
b
3-wegs luchtuitblaas (1 luchtuitblaas gesloten) (optionele afsluitplaatkit vereist)
c
2-wegs luchtuitblaas (2 luchtuitblazen gesloten) (optionele afsluitplaatkit vereist)
▪
Plafondisolatie. Wanneer de temperatuur in het plafond hoger is dan 30°C en er
een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of wanneer er verse lucht in
het plafond wordt geleid, is er extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een
dikte van minstens 10 mm).
▪
Afstand. Let op de volgende vereisten:
a
A
A
Minimumafstand tot de muur
≥1500 mm: Luchtuitlaat open
≥200 mm: Luchtuitlaat gesloten
B
Minimum- en maximumafstand tot de vloer (zie hieronder)
C
≥295 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B
≥308 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C
a
Binnenunit
b
Verlichting (op de afbeelding ziet u plafondverlichting, maar verzonken verlichting is ook toegestaan)
c
Luchtventilator
d
Statisch volume (bijvoorbeeld: tafel)
b
c
b
c
≥1500
≥2000
≥4000
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
16
Installatie van de unit
|
a
d
(mm)
51