Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fluke 1625-2 Gebruiksaanwijzing pagina 30

Inhoudsopgave

Advertenties

1625-2
Gebruiksaanwijzing
Opmerkingen voor het plaatsen van aardingspennen:
Voordat u de aardingspennen voor de probe en de hulpaardelektrode plaatst, dient u
ervoor te zorgen dat de probe buiten de spanningstrechter (potentiaalgradiënt) van de
aardelektrode en van de hulpaardelektrode wordt geplaatst. Normaal gesproken bereikt u
een dergelijke situatie door een afstand van > 20 m tussen de aardelektrode en de
aardingspennen alsook tussen de aardingspennen onderling te bewaren.
Aan de hand van een nieuwe meting kan, na verplaatsing van de hulpaardelektrode of
probe, de betrouwbaarheid van de resultaten worden gecontroleerd. Als de waarde
onveranderd blijft, is de afstand voldoende. Als de meetwaarde afwijkt, moet de probe of
hulpaardelektrode worden verplaatst tot meetwaarde R
De draden van de pennen mogen zich niet te dicht bij elkaar bevinden.
3-polige meting met langere aansluitsnoeren voor de aardelektrode
Gebruik een van de als accessoire verkrijgbare kabelhaspels als aansluitsnoer voor de
aardelektrode. Rol de kabel volledig af en compenseer de leidingweerstand zoals
beschreven in het onderdeel Compensatie van de weerstand van het op de
aardelektrode aangesloten snoer.
Meting van gemiddelde waarde:
Als na een testsequentie de waarschuwing MEASURED VALUE UNSTABLE
(meetwaarde instabiel, zie tabel 5) op het display verschijnt, is er waarschijnlijk sprake
van sterk storende signalen, zoals instabiele ruisspanning. Om desondanks betrouwbare
waarden te verkrijgen, bestaat de mogelijkheid een meting uit te voeren gedurende een
langere periode en hier de gemiddelde waarde van te nemen.
1. Selecteer een vaste frequentie (zie Regelkring).
2. Houd de knop "START TEST" ingedrukt tot de waarschuwing "meetwaarde instabiel"
22
verdwijnt. De maximale te middelen periode is circa 1 minuut.
constant blijft.
E

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave