Getal dat voor een bepaalde functie
staat.
Parameter en meetwaarde
Functiesymbool
Procedure:
Het zaaien is gestopt.
1. Op het werkscherm drukt u op:
Scherm "Diagnose" verschijnt.
Op het scherm ziet u de meetwaarden en mogelijke instellingen van de afzonderlijke
functies.
Overzicht van de weergegeven signalen/sensoren in het diagnosescherm:
Signaal
Zaaias
Ventilator
Blazertoerentalsensor
Wielsensor
Hefsensor minschakelend
Hefsensor plusschakelend
Vulniveausensor
Afdraaitoets
Radar-/GPS-sensor
6.2.2
Versienummers controleren
Procedure:
Zo gaat u te werk om de versienummers te controleren:
1. Op het werkscherm drukt u op:
Pagina 24
Betekenis
Roept het scherm "Versienummers" op. [➙ paragraaf 6.2.2]
Stelt de actuele meetwaarde in op "0".
Roept de volgende functie op.
Nummer van de in-/uitgang
MAB 3
MAB 1
MA 10
MA 2
MA 8
MA 4
MA 6
MA 14
MA 7
Vertaling van de originele handleiding ISOBUS-computer
Aangesloten kabelader. De betekenis van
de afkortingen vindt u in dit hoofdstuk.
>
> (
>
> (
) >
ME-functienummer
Functie 0
Functie 12
Functie 13
Functie 16
Functie 31
Functie 32
Functie 35
Functie 43
Functie 103
) >
>
APV – Technische Produkte GmbH