Installatie
3.3 Installatie van de sensor in de proefstroom
Er staan twee drukdichte installatieschema's ter beschikking. Voor sensoren met een
weerstandcapaciteit van 0,05 gebruikt u een klemmenringschroefverbinding met
NPT-buitenschroefdraad in ½ duim of ¾ duim van Kynar (PVDF) of roestvrij staal 316.
Gebruik voor sensoren met een andere weerstandcapaciteit een
klemringschroefverbinding met NPT-buitenschroefdraad in ¾ duim van Kynar of roestvrij
staal 316. In elk geval maakt de schroefverbinding het mogelijk de sensor tot 102 mm
(4 duim) diep in een buisaftakking of reservoir te monteren. Door de schroefverbinding om
te keren kan de sensor voor dompelmontage op een buisuiteinde gemonteerd worden.
Een langere uitvoering van de sensor kan in een kogelventielmodule van roestvrij staal
316 ingebouwd worden, zodat de sensor zonder onderbreking van de processtroom
ingevoerd of uitgetrokken kan worden. De maximum dompeldiepte bedraagt 178 mm
(7 voet).
Voorbeelden voor courante sensorinstallaties vindt u in
Afbeelding 13: „Voorbeelden voor
de installatie van de
sensor", en
Afbeelding 1: „Drukdichte sensor, 0,5 duim diameter" op
pagina 8
tot
Afbeelding 7: „Ketel-/condensaatsensor" op pagina 10
tonen
maattekeningen. Informatie over de montage vindt u in de handleidingen die met de
bevestigingsdelen geleverd worden.
15