-
Controleer of de beweegbare onderdelen zonder gebreken kunnen functioneren en
niet klemmen of dat onderdelen niet beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten correct
gemonteerd zijn en alle functies kunnen uitvoeren om de machine zonder
probleemloos te kunnen laten functioneren.
-
Beschadigde beschermkappen/hulpstukken moeten door een Lumag erkende
reparatiedienst worden gerepareerd of vervangen worden, zover er niets anders over
in de gebruiksaanwijzing wordt aangegeven.
-
Defecte schakelaars moeten bij een door Lumag erkende reparatiedienst worden
vervangen.
-
Gebruik de machine niet als de schakelaar er niet voor zorgt dat de machine aan en uit
gezet kan worden.
15. WAARSCHUWING.
-
Het gebruik van andere aanbouwdelen evenals accessoires, die niet nadrukkelijk
worden aanbevolen kunnen tot verwondinggevaar leiden.
16. GEBRUIK ALLEEN ONDERDELEN DIE ZIJN TOEGSTAAN.
-
Deze machine voldoet aan de relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen
alleen door de Lumag reparatiedienst of door Lumag aangewezen reparatie diensten
worden uitgevoerd. Er mogen alleen originele onderdelen worden gebruikt, bij gebruik
van niet originele onderdelen kunnen gevaarlijke situaties voor gebruiker ontstaan.
3.2 Operationele zekerheid
WAARSCHUWING
Kinderen en jongeren onder de 18 jaar mogen de machine niet bedienen. Jongeren
vanaf 16 jaar mogen in het kader van een opleiding en onder toezicht van
deskundigen c. q coach of mentor de machine wel gebruiken. Leest U de
gebruiksaanwijzing en evt. motorhandboek zorgvuldig door en maak u vertrouwd
met alle bedieningsonderdelen van de machine. Een verkeerde bediening of het
gebruik door onervaren personen kan gevaar opleveren.
Onervaren gebruikers mogen de machine alleen gebruiken na instructies van een
ervaren gebruikers.
• NOOIT de machine gebruiken voor werkzaamheden waarvoor hij niet gemaakt is.
• NOOIT de motor of de uitlaat bij een lopende motor of kort na het uitzetten aanraken.
Deze onderdelen worden zeer heet en kunnen brandwonden veroorzaken.
•
ALTIJD originele accessoires/onderdelen gebruiken. Het gebruik van andere
hulpmiddelen of accessoires en onderdelen kunnen tot onherstelbare schade van de
machine leiden maar ook voor u een gevaar opleveren.
De snelheid ALTIJD aanpassen aan de omgevingsfactoren. Machine altijd stapvoets
gebruiken.
De veegmachine bij voorkeur over vlakke terreinen laten rijden.
LET OP! Omkiep gevaar c.q. het wegglijden van de machine kan gebeuren bij extreme
stijgingen of hellingen c.q. dalen. Altijd schuin omhoog of omlaag met machine rijden of de
machine wegzetten.