De veegmachine is met een veiligheidsschakelaar uitgerust. De borstel en de machine
worden uitgeschakeld zo gauw u de hendels loslaat.
IN HET MIDDEN VAN DE BORSTEL ZIT U AAN DE VOORZIJDE (IN HET MIDDEN) DE
AANDRIJFUNIT VAN DE BORSTEL. DEZE AANDRIJFUNIT IS VOORZIEN VAN VET EN
DIT MOET U REGELMATIG (JAARLIJKS) CONTROLEREN (VIA DE BOUT VAN 13MM
AAN DE VOORZIJDE) EN VERVOLGENS MOET U SPUITVET TOEVOEGEN (VRAAG
BIJ UW TUIN- EN PARKSPECIALIST).
9.6 De veegmachine stoppen.
De machine stopt als u de hendels loslaat.
9.7 De veegborstel zijwaarts verstellen
Om het weg te vegen materiaal naar één zijde te verplaatsen, kan de veegwals versteld
worden.
Door het instellen van de hendel (3) kan de borstel ongeveer 15° naar links of rechts
gedraaid en vergrendeld worden.
LET OP!
Als u de opvangbak gebruikt moet de borstel altijd in de rechte stand staan (90°).
9.8 Hoogte instelling van de veegborstel
Doormiddel van de twee zwenkwielen is de borstel zo in hoogte te verstellen dat de borstel
de bodem maar net raakt! Een te diepe instelling (de borstel staat dus te laag) betekent
een overbelasting van het aandrijfmechanisme en extra slijtage van de veegborstel. Daarbij
dient te worden opgemerkt dat het veegresultaat absoluut niet beter wordt.
Zo gauw de borstels enigszins zijn versleten moet de hoogte opnieuw worden ingesteld.
Draai eerst de knop aan de zijkant los en bepaal vervolgens met de knop bovenop het
zwenkwiel de in te stellen hoogte. Draai eventueel eerst de moer onder de stelknop los.
Stel de juiste hoogte in, draai de moer weer vast (borging) en draai vervolgens de knop aan
de zijkant weer vast.