Gebruik van de Digitale Piano
Gebruik van het toetsenbord om het
automatische begeleidingspatroon te regelen
(Toetsenbordregelingsmodus)
U kunt de zes meest linkse witte klaviertoetsen gebruiken om
de weergave van het begeleidingspatroon te starten en
stoppen, om heen en weer te schakelen tussen de patronen
enz.
■ Inschakelen van de toetsenbordregelingsmodus
1.
Houd de 3 modusselectietoets ingedrukt
totdat "KC" op het display verschijnt.
[
R H Y T H M
0 1 : E . F u n k P o
T : 1 2 0
• De toetsenbordregelingsmodus wordt ingeschakeld en
de hieronder aangegeven bedieningsfuncties worden
aan de meest linkse witte klaviertoetsen toegewezen.
A0
B0
Klaviertoets
Toets
A0
3 Modusselectietoets*
4 INTRO toets
B0
5 NORMAL/FILL-IN toets
C1
6 VARIATION/FILL-IN toets
D1
7 SYNCHRO/ENDING toets
E1
8 START/STOP toets
F1
* Alleen voor omschakelen tussen de RHYTHM en ACCOMP
modus.
2.
Houd de 3 modusselectietoets ingedrukt
totdat "KC" van het display verdwijnt om de
toetsenbordregelingsmodus te verlaten.
• Als de toetsenbordregelingsmodus is ingeschakeld, klinken
er geen noten wanneer u een klaviertoets indrukt in het
bereik van A0 t/m F1 (inclusief de zwarte toetsen).
NL-34
]
P OP S
p
K C
C1
D1
E1
F1
Selecteren van een akkoordinvoermodus
U kunt de FUNCTION-parameter
gebruiken om een van de zes onderstaande
akkoordinvoermodi te selecteren.
Deze instelling
(getoonde aanduiding):
CASIO Chord
Fingered 1
Fingered 2
Fg On Bass
Fg Assist
Full Range
Zie
"Functie-instellingen maken
NL-53) voor informatie over de FUNCTION-parameters.
76
("Chord Mode")
Selecteert deze
akkoordinvoermodus:
CASIO CHORD
FINGERED 1
FINGERED 2
FINGERED ON BASS
FINGERED ASSIST
FULL RANGE CHORD
(FUNCTION-modus)" (pagina