Gebruik van de Digitale Piano
Fijnstemmen van een toonhoogte
(Stemming)
Gebruik de stemmingsfunctie wanneer u de toonhoogte ietwat
wilt veranderen voor samenspel met een ander
muziekinstrument.
• De stemmingsfunctie specificeert de frequentie van de A4
noot. U kunt de frequentie instellen in het bereik van
415,5 Hz t/m 465,9 Hz. De oorspronkelijke
standaardinstelling is 440,0 Hz.
• U kunt de frequentie veranderen in stappen van 0,1 Hz.
■ Veranderen van de stemmingsinstelling
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
"[FUNCTION]" op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om de
volgende menu-items achter elkaar te
selecteren: "SYSTEM" 3 "Master Tuning".
3.
Gebruik de bk – en bl + toetsen of de cm (K1)
knop om de instelling te veranderen.
• Tip bk – en bl + tegelijkertijd aan om terug te keren
naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
4.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat "[FUNCTION]"
van het display verdwijnt om de FUNCTION-
modus te verlaten.
NL-20
Veranderen van de toonhoogte in eenheden
van een octaaf (Octaafverschuiving)
Gebruik de onderstaande procedure om de toonhoogte in
eenheden van een octaaf te verhogen of verlagen. In de hier
gegeven uitleg veronderstellen we dat de lagen- en
splitsfunctie niet worden gebruikt en dat de octaafverschuiving
voor de toetsenbordtoon (Upper1 gedeelte) geldt.
• Wanneer de lagen- en/of splitsfunctie wordt gebruikt, kunt u
afzonderlijke octaafverschuivingsinstellingen voor elk
gedeelte (Upper1, Upper2, Lower) maken. Zie
splitsinstellingen
maken" (pagina NL-17) voor details
betreffende de instellingen voor elk gedeelte.
■ Octaafverschuiving voor het Upper1 gedeelte
1.
Schakel de lagen- en splitsfunctie uit als deze
ingeschakeld zijn.
• Zie
"Uitschakelen van de
en
"Uitschakelen van de
2.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
"[FUNCTION]" op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om de
volgende menu-items achter elkaar te
selecteren: "KEYBOARD" 3 "PART OCT
SHIFT" 3 "Upper1 Part".
Het instelscherm voor de octaafverschuiving van het
Upper1 gedeelte verschijnt op het display.
[
F U N C T I O N
<
U
p p
–
4.
Gebruik de bk – en bl + toetsen of de cm (K1)
knop om de instelling te veranderen.
• U kunt de octaaf verschuiven binnen het bereik van –2
t/m +2.
• Tip bk – en bl + tegelijkertijd aan om terug te keren
naar de oorspronkelijke standaardinstelling.
5.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat "[FUNCTION]"
van het display verdwijnt om de FUNCTION-
modus te verlaten.
"Lagen- en
lagenfunctie" (pagina NL-16)
splitsfunctie" (pagina NL-17).
]
>
e r 1 P a r t
+
0