Koffiehoeveelheid, bereidingstemperatuur en bevoch-
U kunt de maling, de bereidingstempe-
ratuur en het bevochtigen voor iedere
koffiedrank afzonderlijk instellen. Hier-
voor kiest u eerst de drank in het menu
Parameters
en dan kunt u de drankpara-
meters aanpassen.
Druk op en kies
Kies de gewenste drank en druk op
OK.
De actuele instellingen voor de koffie-
hoeveelheid, de bereidingstemperatuur
en het bevochtigen worden voor deze
drank getoond.
Kies
Koffiehoeveelheid
Bevochtigen
.
Kies de gewenste instelling en druk
op OK.
De instelling wordt opgeslagen.
Koffiehoeveelheid
De automaat kan 6-14 g koffiebonen
per kopje malen en bereiden. Hoe meer
koffie u gebruikt, des te sterker wordt
de koffiedrank.
Aan de volgende kenmerken ziet u of u
de koffiehoeveelheid moet wijzigen:
De koffiehoeveelheid is te klein als
– de espresso of de koffie heel snel in
het kopje loopt,
– de crema erg licht van kleur en onbe-
stendig is,
– de espresso of koffie slap smaakt.
Vergroot de koffiehoeveelheid.
De koffiehoeveelheid is te groot als
– de espresso of de koffie slechts
druppelsgewijs in het kopje loopt,
Parameters
.
,
of
Temperatuur
– de crema donkerbruin is,
– de espresso of koffie slap smaakt.
Verlaag de koffiehoeveelheid.
Tip: Als u de koffiedrank te sterk of te
bitter vindt, probeer dan een andere bo-
nensoort.
Bereidingstemperatuur
De juiste bereidingstemperatuur is af-
hankelijk
– van de gebruikte koffiesoort,
– van de vraag of u espresso of koffie
bereidt en
– van de luchtdruk op de plaats van
opstelling.
Tip: Niet elke koffie verdraagt hoge
temperaturen. Sommige koffiesoorten
houden niet van hoge temperaturen.
Deze kunnen van invloed zijn op de cre-
ma-vorming en de smaak.
Bevochtigen
Is de bevochtigingsfunctie ingescha-
keld, dan wordt het koffiepoeder na het
malen eerst met een kleine hoeveelheid
heet water bevochtigd. Na korte tijd
wordt de resterende waterhoeveelheid
door het vochtige koffiepoeder geperst.
Het aroma van de koffie komt zo nog
beter tot zijn recht.
U kunt kort of lang bevochtigen instel-
len, maar u kunt de functie ook uitzet-
ten.
Bij aflevering is de functie uitgescha-
keld.
tigen
35