2
1
Aardlekschakelaar en testknop
Fi-aardlekschakelaar
Uw voertuig is standaard uitgerust met een Fi-aardlekschakelaar
voor de onderbreking van een stroomkring bij een eventuele
foutstroom.Bij een optredende storing onderbreekt de aardlek-
schakelaar de volledige 230V-stroomkring.
Aan de aardlekschakelaar mogen geen reparaties worden
uitgevoerd.
Een Fi-veiligheidsschakelaar biedt geen bescherming tegen
het gevaar van een elektrische schok. Het biedt geen be-
scherming tegen de mogelijkheid van een stroomongeval.
De aanspreektijd van de Fi-schakelaar met een 30 mA fout-
stroom bedraagt minder dan 0,1 seconden.
Na ingebruikneming van de elektrische installatie moet de wer-
king van de aardlekschakelaar worden gecontroleerd. De onder
spanning staande en ingeschakelde schakelaar
I-ON – moet bij het drukken op de testknop
n
De wipschakelaar
springt omlaag en moet na een controle
weer omhoog worden gezet in de AAN-stand.
Deze controle moet minstens eens per maand worden uitgevoerd
om te garanderen dat de aardlekschakelaar in geval van storing
perfect functioneert.
Elk apparaat op netvoeding verliest bij activering van de
Fi-veiligheidsschakelaar (ook bij een test) zijn programmering
en wordt gereset naar de fabrieksinstelling.
Nadat de veiligheidsschakelaar (zonder te zijn aangeraakt) is
geactiveerd, moet korte tijd worden gewacht met het weer
inschakelen.
- Als de veiligheidsschakelaar ingeschakeld blijft, was er slechts
sprake van overbelasting.
- Als de veiligheidsschakelaar nogmaals en plotseling omlaag
schiet, is er sprake van kort- of aardsluiting.
7. Elektrische installaties
91
j
– stand op
k
.