22
3. Chassis
3. Accessoires / speciaal toebehoren
Massa van de uitrusting die vooraf in de fabriek aanvullend
op de standaard uitrusting aan, op of in de buscamper wordt
gemonteerd. Het speciale toebehoren wordt in de daadwerke-
lijke massa van het voertuig aangegeven als het
− niet tot de standaard omvang van de uitrusting behoort,
− is gemonteerd onder de verantwoordelijkheid van Hob-
by of de fabrikant van het basisvoertuig,
− door de klant kan worden besteld.
4. Feitelijke massa
Het totaal van het 'rijklaar gewicht' en het fabrieksmatig aange-
brachte speciale toebehoren resp. de accessoires.
5. Nuttige belasting / laadvermogen
Het verschil tussen de technisch toelaatbare maximummassa en
het rijklaar gewicht, verhoogd met het gewicht van de passagiers
en de accessoires.
6. Minimale nuttige belasting
De nuttige belasting moet minstens overeenkomen met de
waarde van de formule
10 x (n + L), waarbij geldt:
n -
maximum aantal passagiers excl. chauffeur
L - totale lengte van de opbouw in meter
Voor het bepalen van de minimale nuttige belasting telt mee
het gewicht van voorwerpen die de gebruikers in de buscamper
bij zich kunnen hebben en die niet in het rijklaar gewicht of bij
het speciale toebehoren zijn inbegrepen (bijv. kleding, toilet- en
keukeninrichting, levensmiddelen, campinguitrusting, speelgoed,
huisdieren).
Het resterende laadvermogen (5.) moet altijd groter zijn dan of
gelijk zijn aan de minimale nuttige belasting (6.). Hierop moet bij
de configuratie van het voertuig worden gelet.
Als men afziet van de onder punt 2 (rijklaar gewicht) in de
tabel weergegeven uitrustingsstukken en vloeistoffen, dan
neemt de nuttige belasting c.q. het laadvermogen toe met
deze waarde (punt 5).