ABB VanLien
Vervolgens kunnen de batterijkabels op de batterijpolen worden aangesloten. Bij NiCd batterijen moet ook de batterij cel
aftakkingskabel worden aangesloten. De positie van deze aftakking is aangegeven in het lader aansluitschema, dit schema
bevindt zich in deel 2 "Techniche gegevens en schema's". Controleer na montage de juiste polariteit van de batterijspanning
op de betreffende zekeringen.
Om de lader correct te laten functioneren kan het noodzakelijk zijn dat de temperatuursensor nog moet worden aangesloten.
Bekijk deel 2 "Techniche gegevens en schema's" en de algemene technische gegevens. Sluit de sensor aan op de klemmen
X00/609 en 610, de aansluiting is polariteitsonafhankelijk. Indien een temperatuursensor aanwezig is in het systeem maar
niet aangesloten zal er een foutmelding met de melding -300°C" op het scherm worden getoond!
De temperatuursensor moet op een hoogte halverwege het batterijpakket worden gemonteerd, de sensor moet worden
beschermd tegenover invloeden van buitenaf die het meetresultaat kunnen beïnvloeden. Zoals bijvoorbeeld warmtestraling,
warmteopeenhoping, tocht etc.
3.2
viaFlex CPS
Isoleer de unit elektrisch door de zekeringsschakelaar F101/F102/F103 te deactiveren (schakelaar naar beneden). De
kabels kunnen nu worden aangesloten op de klemmen X0/F101, X0/F102, X0/F103, X0/N en X0/PE. Controleer na
aansluiting of de fase volgorde (fase draairichting) correct is aangesloten.
Belangrijk!
Het is essentieel dat de unit voorzien is van een nul aansluiting voor de
inbedrijfstelling. Zorg tevens voor een correcte aarding van de unit.
Voordat de unit wordt geactiveerd dienen alle zekeringen naar de onderstationsmodules te worden verwijderd. De locatie
van deze zekeringen kunt u vinden in deel 2 "Techniche gegevens en schema's".
Indien de onderstations via een stamleiding, verdelers en lasdozen wordt gevoed dienen ook deze zekeringen te worden
verwijderd.
Nadat de netaansluiting is gerealiseerd allereerst de zekeringsschakelaar F101/F102/F103 activeren (schakelaar naar
boven).
Plaats nu de batterijzekeringen.
Deze zijn als volgt gemarkeerd:
Bij een lood batterij F111 (batterij +) en F112 (batterij -)
-
-
Bij een NiCd batterij F111 (batterij +), F112 (batterij -) en F113 (batterij cel aftakking)
viaFlex CPS is nu inbedrijf, de lader schakelt in op de "druppellaad" modus. Indien de batterijen niet volledig geladen zijn
schakelt de lader automatisch de "snellaad" modus in (niet bij gesloten loodbatterijen).
3.3
Onderstations (viaFlex OS) met eindgroepen
Plaats nu de zekeringen in de zekeringhouders in het voedingscircuit voor de onderstation modules. Indien de onderstation
modules via een stamleiding, verdelers en lasdozen wordt gevoed dienen nu ook deze zekeringen te worden geplaatst.
Controleer of de voeding vanuit de CPS naar de onderstations aanwezig is, dit is een wisselspanning vergelijkbaar met de
lokale voeding.
12
490.01.NL.01