ABB VanLien
2.3.1
viaFlex CPS elektronica behuizing
De elektronica behuizing moet horizontaal worden geplaatst. Hoogte verschillen in de vloer moeten worden geëgaliseerd.
De minimale afstand tussen de muur en andere apparatuur moet groter zijn dan 100 mm. De elektronica behuizing mag niet
worden blootgesteld aan direct zonlicht en mag niet worden geplaatst naast warmte genererende apparatuur. Er dient
voldoende ruimte aan de voorkant van de elektronica behuizing te zijn zodat de deur volledig geopend kan worden.
2.3.2
Batterijkasten, batterijrekken, batterijen
Batterijkasten moeten voldoen aan de eisen zoals omschreven in artikel 2.3.1.
Rondom de batterijrekken moeten voldoende vrije ruimte zijn voor de installatie, een gangbreedte van ongeveer 1 meter
maar minimaal 0.5 meter dient aanwezig te zijn voor inspectie doeleinde. Voor de overige eisen dient u de
batterijenhandleiding te raadplegen en de EN 50272-2. Het installeren en aansluiten va de batterijen in het
batterijcompartiment, behuizing rek moet overeenkomen met het meegeleverde batterijinstallatieschema.
2.3.3
Onderstations (viaFlex OS) met eindgroepen
Onderstationsmodules zijn normaal gesproken gemonteerd in een wandbehuizing. Zorg ervoor dat de muur en het
montagemateriaal voldoende capaciteit heeft om de behuizing te kunnen dragen. De locatie van de bekabeling dient van te
voren bekend te zijn, voordat er gaten in de behuizing worden geboord. De elektronica behuizing mag niet worden
blootgesteld aan direct zonlicht en mag niet worden geplaatst naast warmte genererende apparatuur. Er dient voldoende
ruimte aan de voorkant van de elektronica behuizing te zijn zodat de deur volledig geopend kan worden. Voor
functiebehoud behuizingen mag alleen het meegeleverde of geschikt montage materiaal worden toegepast. Installatie
instructies moeten altijd worden opgevolgd. Indien het onderstation is gemonteerd in een staande behuizing dienen de
voorwaarde uit artikel 2.31. te worden opgevolgd.
2.3.4
Aanvullende apparatuur
Gebruik de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de aanvullende apparatuur deze bevat normaal gesproken de vereisten
voor de installatie, montage en elektrische aansluiting.
10
490.01.NL.01