Voer de volgende stappen uit om de scherpstelfunctie te
veranderen.
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) op
[MENU].
2.
Selecteer bij de "REC" (opname) "Focus"
(scherpstellen) en druk vervolgens op [ ].
3.
Selecteer d.m.v. [ ] en
[ ] de instelling voor
de gewenste
scherpstelfunctie en
druk vervolgens op
[SET] (instellen).
Een icoon verschijnt in het
beeldscherm om de huidige
scherpstelfunctie aan te
geven.
• Zie de volgende pagina's van dit hoofdstuk voor details
aangaande het opnemen met elke scherpstelfunctie.
Scherpstelfunctie icoon
110
LET OP
• U kunt de instelling van de scherpstelfunctie ook
veranderen d.m.v. het Panel (Operation Panel)
(gebruikspaneel) (pagina 53).
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN