3
De helderheid aanpassen
Helderheidsaanpassing met de hendel [BRT]
De hendel [BRT] wordt gebruikt om de helderheid aan te passen wanneer de algemene
helderheid van het livebeeld tijdens de observatie wordt gewijzigd.
Door de hendel [BRT] naar boven te duwen, wordt het algemene beeld helderder en door hem
naar beneden te duwen, wordt het beeld donkerder.
De lichtsterkte kan worden ingesteld op één van de 16 verschillende niveaus.
De versterkingsmodus wisselen
Een druk op de knop [LIVE] tijdens de weergave van een livebeeld wisselt de versterkingsmodus.
[Auto] (geen weergave)
[WiDER1]
[WiDER2]
[Manual]
TIP
De versterkingsmodus voor IPLEX GT is vastgelegd op [Auto] (geen weergave).
43
Modus
Deze modus zorgt voor de automatische aanpassing van de hel-
derheid in overeenstemming met de instellingen van [BRT]. De ruis
kan toenemen afhankelijk van de instellingen van [BRT].
Deze modus wordt gebruikt om livebeelden weer te geven op een
helderder niveau dan [Auto] (geen weergaven). In bepaalde observa-
tieomstandigheden kan de ruis echter toenemen.
Deze modus wordt gebruikt om livebeelden weer te geven op een
helderder niveau dan [WiDER1]. In bepaalde observatieomstandig-
heden kan de ruis echter toenemen.
Deze modus dient voor de observatie op een vast helderheidsni-
veau in overeenstemming met de instellingen van [BRT]. Gebruik
deze modus om bewegende voorwerpen te observeren. Ook in
deze modus kan ruis worden opgemerkt.
Beschrijving