Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening van het roterend voorzetstuk
Werkingsprincipe roterend voorzetstuk
A—Verzameltrommel
B—Invoerbalk
C—Tandenrij
D—Gewasrichting
Het roterende voorzetstuk is in principe ontworpen voor
het oogsten van mais. Desondanks kan het roterende
voorzetstuk ook worden gebruikt voor whole-crop silage,
alfalfa, koolzaad, bonen, gierst, zonnebloemen en andere
stengelplanten.
Het snijsysteem maakt het mogelijk het gewas vanuit
iedere willekeurige richting te oogsten. Het maakt niet
uit van welke richting de veldhakselaar de rij benadert.
Rijen kunnen evenwijdig, onder rechte hoeken of indien
gewenst onder een schuine hoek worden benaderd.
Geen enkele stengel ontsnapt aan het gebied dat door de
roterende messen wordt bestreken. Hoewel geen vast
mes wordt gebruikt, snijden de snel roterende messen (K)
alle stengels binnen de werkbreedte van het voorzetstuk
door. De stengels passeren de langzaam draaiende
E—Verzameltrommels
F— Invoertanden
G—Zijdelingse toevoertrommel
35-1
H—Geleiders en schrapers
I— Invoertanden
K—Roterend mes
trommels van het opvoerkanaal (A) via de invoerbalken
(B). De stengel wordt gegrepen door de tandenrij (C), net
als bij een grijper.
Door de voorwaartse beweging van de verzameltrommel
(A) wordt het gewas tegen de invoertanden (I) gedrukt,
waardoor de stengels via de geleiders en afstrijkers
(H) naar de invoertrommel (E) worden meegevoerd.
De dwarsgeplaatste invoertrommels (G) duwen de
stengels van de linker en rechter secties achter de
verzameltrommels (A) langs. Hier komen de stengels in
contact met de invoertanden (F).
Vanaf hier worden de stengels in een constante en
compacte stroom in richting (D) naar de invoerrollen van
de veldhakselaar geleid.
KM00321,000081F -18-06JUL18-1/1
101620
PN=75
Advertenties
Inhoudsopgave
