Oliepeil controleren
Breng het roterend voorzetstuk omhoog tot een hoek van
8° voordat het oliepeil in de haakse overbrengingen van
de verzameltrommels (1) wordt gecontroleerd.
OPMERKING: Plaats voor het meten van de hoek een
hoekmeter op het flensvlak (A) van de vierkante
buis. Breng het roterende voorzetstuk omhoog
tot een hoek van 82° is bereikt.
Controleer het oliepeil in de haakse overbrengingen van
de invoertrommels (1). Het oliepeil moet nu gelijk zijn met
de onderkant van de oliepeilplug.
1— Haakse aandrijving met
rechte vertanding voor
invoertrommel
Smering en periodiek onderhoud
A—Flensvlak
50-7
KM00321,0000B07 -18-05OCT20-2/2
101620
PN=105