Algemene werkinstructies
WAARSCHUWING! In dit hoofdstuk nemen
!
we de basisveiligheidsregels voor het
werken met een motorkettingzaag door.
Deze informatie kan nooit de kennis
vervangen die een vakman via opleidingen
en praktische ervaring heeft verworven.
Wanneer u in een situatie belandt waarin u
niet goed weet hoe u verder te werk moet
gaan, moet u een expert raadplegen. Wend u
tot uw dealer, uw servicewerkplaats of een
ervaren motorkettingzaaggebruiker. Vermijd
gebruik waarvan u vindt dat u niet
voldoende gekwalificeerd bent!
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken, moet u weten
wat terugslag is en hoe dit voorkomen kan worden. Zie
instructies in het hoofdstuk Maatregelen die terugslag
voorkomen.
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken moet u begrijpen
wat het verschil is tussen zagen met de onderkant en zagen
met de bovenkant van het zaagblad. Zie instructies in het
hoofdstuk Maatregelen die terugslag voorkomen.
Basisveiligheidsregels
•
Controleer de omgeving:
-
Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw
machine niet kunt verliezen vanwege omstanders,
dieren of een andere reden.
-
Om te voorkomen dat omstanders en dieren in contact
komen met de ketting of geraakt worden door de
vallende boom en gewond raken.
Volg de hierboven genoemde punten maar gebruik de
motorkettingzaag nooit als u niet de mogelijkheid heeft om
hulp in te roepen in geval van een ongeval.
•
Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen,
harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte
weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot
gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad zijn, de
wind de valrichting van de boom beïnvloeden enz.
•
Wees extra voorzichtig bij het afzagen van kleine takken
en zaag niet in struiken (= veel kleine takken
tegelijkertijd). Kleine takken kunnen na het afzagen
vastraken in de ketting, in uw gezicht e.d. geslingerd
worden en ernstige verwondingen veroorzaken.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer of
er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel moet
kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken, kuilen,
greppels enz.). Wees extra voorzichtig wanneer u op
hellend terrein werkt.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u in takken of stammen
zaagt die gespannen staan. Een gespannen tak of stam
kan voor of tijdens het zagen terugspringen in zijn
oorspronkelijke stand. Als u op de verkeerde plaats staat
of de motorzaagsnede op de verkeerde plaats aanbrengt,
kan de tak/stam u of de motorkettingzaag raken zodat u
de controle over de motorzaag verliest. Dit kan tot
ernstige verwondingen leiden.
•
Wanneer u zich verplaatst moet de ketting vergrendeld
worden met de kettingrem en moet de motor
uitgeschakeld worden. Draag de motorkettingzaag met
het zaagblad en de ketting naar achter gericht. Als het om
een langere verplaatsing gaat, moet u de
zaagbladbescherming gebruiken.
•
Wanneer de motor loopt, mag u de motorkettingzaag
alleen neerzetten als u er een wakend oogje kunt op
houden en de ketting vergrendeld heeft met de
kettingrem. Als de motorzaag een langere tijd
"geparkeerd" wordt, moet de motor uitgeschakeld
worden.
– 19
Dutch