seconden twee korte pieptonen, behalve bij storing van de wisselstroom).
Schakel de hoorbare indicatie uit door op [#] te drukken.
Problemen kunnen worden bekeken terwijl het systeem is in- of
uitgeschakeld. Het systeem kan worden geprogrammeerd om alle
problemen of alleen brandproblemen te tonen terwijl het is ingeschakeld.
Het systeem kan worden geconfigureerd om een gebruikerscode te
vereisen om [*][2] systeemproblemen te kunnen bekijken. Zie sectie [023]
optie 5.
Problemen bekijken:
Druk op [*][2] om naar het menu Probleem te gaan.
l
Blader op een lcd-toetsenpaneel naar een probleemtype en druk
l
vervolgens op [*] om het specifieke probleem te bekijken. De
zonenaam en het probleem worden voor ieder probleem op het
scherm weergegeven.
Opmerking: De door brandproblemen gegenereerde pieptonen worden
pas uitgeschakeld nadat het [*][2]-probleemmenu is afgesloten. De
pieptonen bij brandproblemen kunnen niet worden uitgeschakeld door op
een toets van het toetsenpaneel te drukken. Stel voor UL-installaties de
waarde in in sectie [023], bit 5. Een toegangscode is vereist om [*][2] in te
schakelen.
Tabel 1-8 : Probleemindicaties
Probleem 01 – Onderhoud vereist:
[01] Probleem belcircuit: het belcircuit is open
[02] RF-storing: de HSM2HOSTx heeft een RF-storing gedetecteerd
[03] Verlies van klok: systeemtijd en -datum vereisen programmering.
[04] Storing uitgang 1: een HSM2204-module heeft een open toestand op uitgang 1
gedetecteerd.
[05] Warme start: er is een warme herstart uitgevoerd.
[06] USB wifi aangesloten: USB wifi-adapter is gedetecteerd
[07] Storing voedingseenheid (systeem): storing met interne voedingseenheid
gedetecteerd.
[08] Storing met de interne voedingseenheid gedetecteerd (repeater Corbus
HSM3204CX)
[09] [Storing bij de interne voedingseenheid gedetecteerd (voeding HSM3350 3 A)
[10] Overstroomprobleem: als de totale stroom van de interne componenten en alle
uitgangen van het paneel gedurende meer dan 5 minuten een drempel van 2,1 A
overschrijdt, wordt een overstroomprobleem gegenereerd. Als de stroom lager wordt
dan de drempel van 2,0 A, dan wordt het probleem hersteld. Gecombineerde AUX en
Corbus mogen de 2 A niet overschrijden.
Opmerking: de belstroom of het opladen van de batterij zijn niet inbegrepen bij de
totale stroomsterkte.
Probleem 02 – Probleem batterij:
[01] Probleem batterij paneel bijna leeg: lage batterijspanning.
[02] Paneel geen batterij: geen batterij aangesloten op alarmcontroller.
[04] HSM2204 01 - 04: Batterij bijna leeg: een HSM2204 heeft een lage
batterijspanning.
[05] HSM2204 01 - 04 Geen batterij: geen batterij aangesloten op HSM2204.
[07] HSM2300 01 - 04: Batterij bijna leeg: een HSM2300 heeft een lage
batterijspanning.
[08] HSM2300 01 - 04 Geen batterij: geen batterij aangesloten op HSM2300.
[10] HSM3204CX Batterij bijna leeg: een Corbus-repeater heeft een lage
batterijspanning.
[11] HSM3204CX Geen batterij: geen batterij aangesloten op Corbus-repeater.
[13] HSM3350 Batterij 1 bijna leeg: een 3A-voedingsmodule heeft een lage
batterijspanning.
[14] HSM3350 Batterij 2 bijna leeg: een 3A-voedingsmodule heeft een lage
batterijspanning.
[15] HSM3350 Geen batterij 1: geen batterij aangesloten op 3A-voedingsmodule.
[16] HSM3350 Geen batterij 2: geen batterij aangesloten op 3A-voedingsmodule.
PowerSeries Pro installatiegids
Probleem 03 – Busspanning:
[01] HSM2HOSTx Lage busspanning: de HSM2HOSTx-module heeft een lage
busspanning gemeten.
[02] Toetsenpaneel 01-16 Lage busspanning: een bekabeld toetsenpaneel heeft een
lage busspanning.
[04] HSM2108 01 - 30 Bus lage spanning: een zone-uitbreiding heeft een lage
busspanning.
[05] HSM2300 01 - 04 Bus lage spanning: een voeding heeft een lage busspanning.
[06] HSM2204 01 - 04 Bus lage spanning: een module met een hoog
uitgangsvermogen heeft een lage busspanning.
[07] Busfout (systeem): de uitgangsspanning van de Corbus van het paneel is te hoog
of te laag.
[08] HSM2208 01 - 16 Bus lage spanning: de module met een laag uitgangsvermogen
heeft een lage spanning gedetecteerd.
[09] HSM2955 Bus lage spanning: de audiomodule heeft een lage busspanning
gedetecteerd.
[10] HSM3408 Bus lage spanning: de 8-zone-uitbreiding heeft een lage busspanning
gedetecteerd.
[11] HSM3204CX Bus lage spanning: de Corbus-repeater heeft een lage busspanning
gedetecteerd.
[12] HSM3204CX Busfout: de Corbus-repeater heeft gedetecteerd dat de
uitgangsspanning van de Corbus te hoog of te laag is.
[13] HSM3350 Bus lage spanning: de 3A-voedingsmodule heeft een lage busspanning
gedetecteerd.
Probleem 04 – Probleem wissel- of gelijkstroomingang:
[01] Zone 001 - 248 Fout AC- of DC-ingangsvermogen:
[02] Probleem AC- of DC-ingangsvermogen toetsenpaneel: er is een probleem met het
AC- of DC-ingangsvermogen van een toetsenpaneel.
[03] Sirene 01-16 AC: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen van
een sirene.
[04] Repeater 01 - 08 AC: een draadloze repeater heeft een probleem met het AC- of
DC-ingangsvermogen.
[05] HSM2300 01 - 04 AC: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen
van een HSM2300.
[06] HSM2204 01 - 04 AC: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen
van een HSM2204.
[07] AC paneel: de alarmcontroller heeft een netvoedingsstoring.
[08] AC HSM3204CX: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen van
een Corbus-repeater.
[09] AC HSM3350: er is een probleem met het AC- of DC-ingangsvermogen van de
3A-voeding.
Probleem 05 – Storingen van apparaten:
Opmerking: Brandprobleem wordt direct onder apparaatstoringen weergegeven als zich
een open lus voordoet bij PGM-2 geconfigureerd voor 2-draadsrookmelders
[01] Zone 001-248: er is een toezichtstoring in een zone.
[02] Toetsenpaneel 01-16: er is een toezichtstoring in een draadloos of bekabeld
toetsenpaneel.
[03] Sirene 01-16: er is een toezichtstoring met een sirene.
[04] Repeater 01-08: er is een probleem opgetreden met een draadloze repeater
(toezichtstoring of verlies van wissel- of gelijkstroom).
[06] Apparaatmaskering: een detectiemechanisme op de sensor is afgedekt.
[07] Gasprobleem: er is een gassensor in storing.
[08] Warmteprobleem: er is een temperatuursensor in storing of een temperatuursensor
bereikt de waarschuwingsdrempel hoge temperatuur.
[09] CO-probleem: een CO-sensor is in storing.
[10] Bevriezingsprobleem: een temperatuursensor komt onder de
waarschuwingsdrempel voor lage temperatuur.
[11] Sonde los: de sensor op de overstromingsmelder of temperatuurmelder is
ontkoppeld.
[12] Brandprobleem: een rooksensor is in storing.
- 11 -
.