Gebruik van de Signaalgenerator : Inductie, het detecteren van meerdere leidingen
Het is belangrijk om te controleren of er andere geleiders in de nabijheid
of parallel aan de gevonden geleider liggen.
1. Er mag geen connector in het aansluitcontact steken.
2. Schakel de Signaalgenerator in en controleer de batterijen.
3. Plaats de Signaalgenerator met de zijkant op de grond bovenop de
eerder gevonden geleider. De Signaalgenerator zal nu een minder sterk
signaal op de geleider overbrengen.
4. Zoek opnieuw naar een eventuele andere geleider in de directe
omgeving van waar u het eerdere signaal vond. Dit dient u te herhalen,
totdat u ervan bent overtuigd dat zich geen andere geleiders in de grond bevinden.
Beperkingen van de inductiemethode - Er zijn beperkingen van de inductiemethode in vergelijking tot de directe aansluitmethode.
Het is normaliter niet mogelijk om de soort geleider, die gedetecteerd is d.m.v. een inductiesignaal, vast te stellen. Als het signaal
over langere afstand gevolgd kan worden en bijvoorbeeld in de richting van een putdeksel gaat, kan men op voorhand de
vermoedelijke soort geleider vaststellen.
Kabels met een dunne ader kunnen onvoldoende signaal bevatten om deze te detecteren. Het is vaak niet mogelijk om een
inductiesignaal op slechts één geleider te zetten, met het doel alleen deze geleider te traceren, daar de geleider te dicht bij
andere geleiders kan liggen.
OPMERKING Een inductiesignaal kan niet worden toegepast bij in de grond liggende geleiders die zich onder gewapend
beton bevinden. De ijzeren bewapening zal al het signaal opnemen en verspreiden, zodanig dat de onderliggende geleiders
niet meer gevonden kunnen worden.
37