Gebruik van de Kabeldetector : Traceren
Na een geleider gepinpoint te hebben, zou het nu mogelijk moeten zijn de loop van
de kabel vast te stellen.
1. Volg nauwkeurig de richting van het signaal waarbij u de detector haaks op
de geleider houdt. Het is noodzakelijk de Kabeldetector hierbij steeds van links
naar rechts te bewegen, om er zeker van te zijn dat u nog steeds het sterkste
signaal volgt.
2. Stop en markeer de positie van het signaal op steeds dezelfde afstand ; hoe meer
markeringen, hoe nauwkeuriger de loop van de kabel wordt weergegeven.
OPMERKING Het kan nodig zijn de gevoeligheid bij te stellen om een optimaal signaal te behouden.
OPMERKING Na de geleider getraceerd te hebben, kunt u op zoek gaan naar andere geleiders.
WAARSCHUWING Overhaast het zoeken nooit ; kleine en/of onverwachte richtingsveranderingen in de geleider
kunnen anders over het hoofd worden gezien.
Het verliezen van signalen
Dit kan het geval zijn door bijvoorbeeld een bocht of buiging in de route, verandering
van diepte van de geleider, een T-splitsing of het eindpunt van de geleider.
Het terugvinden van verloren signalen
1. Zoek in een cirkel op minstens één meter van het punt waar u het signaal niet
meer kon volgen. Hiermee zou u de geleider weer moeten kunnen traceren als deze
simpelweg scherp van richting veranderd is, of overgegaan is op een andere geleider.
2. Vindt u de geleider niet, verhoog dan de gevoeligheid en zoek opnieuw in hetzelfde
cirkelvormige vlak. Mocht de geleider verder lopen op een grotere diepte, dan zou u
deze zo weer terug kunnen vinden.
18