ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
GA BIJ GRAAFWERKZAAMHEDEN ALTIJD UITERST VOORZICHTIG TE WERK
• Kabeldetectors van C.Scope dienen voor het opsporen van ondergrondse kabels, pijpen en leidingen die een detecteerbaar veld uitstralen.
Sommige leidingen stralen geen veld uit en kunnen daarom niet worden opgespoord.
• Gebruik de apparatuur niet buiten het aangegeven temperatuurbereik van -10°C tot +50°C omdat de batterijen dan mogelijk niet goed
meer functioneren.
• De Kabeldetector detecteert alleen geleidende leidingen. Plastic pijpen en glasvezelkabels zonder detectiedraden kunnen niet worden
gevonden.
• Geografische omstandigheden zoals heuvels en bergen kunnen radiosignalen afschermen waardoor deze ook niet gemeten kunnen worden.
• De Kabeldetector kan niet altijd elke geleider detecteren, gebruik zo nodig een Signaalgenerator.
• Raak de metalen delen van de krokodillenklem en de signaalhaspel niet aan als deze in gebruik zijn.
• De kabels van de Signaalgenerator mogen nooit rechtstreeks op stroomvoerende leidingen worden aangesloten.
• Controleer, voordat u met de apparatuur gaat werken, of de apparatuur volledig operationeel is.
• Let op de aanwezigheid van meerdere leidingen. De Kabeldetector detecteert niet altijd onder-, boven- of naastgelegen leidingen.
• Gebruik de apparatuur niet op plaatsen waar gevaarlijke gassen aanwezig kunnen zijn.
• Controleer de ondergrond alvorens de aardpen te gebruiken.
• Zorg ervoor dat de Kabeldetector en de Signaalgenerator op dezelfde frequentie ingesteld zijn.
• Resultaten kunnen door ongebruikelijk sterke magnetische velden beïnvloed worden.
• Houd de afneembare luidspreker niet voor langere tijd tegen uw oor.
Het is raadzaam om de Kabeldetector en Signaalgenerator regelmatig op juiste werking te controleren (zie pagina 53-56).
1