Gebruik van de Signaalgenerator : Zoeken naar een inductiesignaal
5. Loop in een rechte lijn, haaks op het uiteinde van de
Signaalgenerator. Wanneer u een signaal detecteert, pinpoint dat
signaal dan zoals beschreven in het hoofdstuk 'Gebruik van de
Kabeldetector'.
Indien u geen signaal ontvangt, verplaats de Signaalgenerator dan
5 meter en probeer het opnieuw. Herhaal deze procedure volgens
een rasterpatroon, net zolang totdat u wel een signaal ontvangt.
6. Door de positie van de Signaalgenerator te veranderen, kan de
sterkte van het signaal mogelijk verbeterd worden. Als de geleider
eenmaal gepinpoint is, zal het veranderen van de positie van de
Signaalgenerator leiden tot een toe- of afnemend signaal op de
Kabeldetector. Let wel : hoe dichter de Signaalgenerator zich bij de
geleider bevindt, des te sterker zal het signaal op deze geleider zijn.
OPMERKING Het signaal van de Signaalgenerator dat wordt gedetecteerd door de Kabeldetector, zal zwakker worden
naarmate u verder van de Signaalgenerator verwijderd bent. Daarom zal de gevoeligheid van de Kabeldetector bijgesteld
moeten worden om dit te compenseren.
36