Let erop dat ethanol uitsluitend wordt gebruikt voor verbranding en niet is
geschikt voor consumptie. Let op uw kinderen! Ga bij inslikken onmiddellijk
naar een arts en neem het etiket van de brandstof mee.
3.3 INGEBRUIKNAME
De ebios-fire-Oxford 600/700 wordt met lege brander geleverd, zodat tij-
dens het transport de ethanol niet kan uitlopen of kan verdampen.
Controleer (met name voor iedere ingebruikname) of er geen brandstof in
het veiligheidsreservoir aanwezig is.
Ga als volgt te werk:
1. Zorg voor voldoende luchttoevoer.
2. Controleer of de brander is gedoofd, volledig is afgekoeld (minimale
wachttijd na het doven = 1 uur). Verifieer of de doofschuif op de brander
ligt en de brandermat afdekt.
3. Voor het vullen met brandstof kan de
brander in de behuizing blijven. Open
hiervoor de tankschuif
4. Controleer de inhoud van de tank.
5. Steek de trechter in de vulopening en vul de brander met de meegele-
verde 5 l-vat en de opgeschroefde vuladapter. De tank is vol, wanneer
de vulpeilweergave omhoog stijgt. De vulhoeveelheid treft u aan in de
technische gegevens onder 2.1. Laat de tandschuif nog geopend.
6. Pak de fles voor het bevochtigen van de brander. Leid de fles met de
opening in de tankopening, zodat deze in de brandstof steekt. Druk op
de fles zodat er lucht uitkomt en bij het loslaten brandstof wordt aange-
zogen. Wacht zo lang totdat de fles weer zijn oorspronkelijke vorm heeft.
Sluit daarna de tankschuif.
7. Bevochtig met de zojuist gevulde fles de brandermat met voldoende
brandstof. (de helft tot driekwart inhoud van de fles).
8. Pak de staafaansteker en steek de brandermat aan. Zet een flinke stap
achteruit. Het kan een paar minuten duren totdat er zich een gelijkmatig
vlammenbeeld vormt.
9. Het vuur doven: om het ethanolvuur te doven pakt u de koude hand en
haakt deze in de doofschuif. Trek voor het doven de doofschuif gewoon
dicht. In individuele gevallen kan deze procedure vaker nodig zijn.
NL 15
NL