Als u een nieuwe configuratie wilt toevoegen, drukt u op
Opties
en selecteert u
in de lijst en toets alle benodigde instellingen in. Druk op
selecteer
Activeren
om de instellingen te activeren.
Als u de gebruikersinstellingen wilt weergeven of bewerken, gaat u naar de
gewenste toepassing en selecteert u de instelling die u wilt wijzigen.
Beveiligingsinstellingen
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee de mogelijke oproepen worden
beperkt (zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers),
kunt u soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Beveiligingsinstellingen. Selecteer
•
PIN–code vragen
als u de telefoon wilt instellen om naar de PIN–code te
vragen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Sommige SIM–kaarten
ondersteunen het uitschakelen van de PIN–code niet.
•
Oproepen blokkeren
wilt beperken. Hiervoor hebt u het blokkeerwachtwoord nodig.
Oproepen blokkeren en doorschakelen kunnen niet gelijktijdig worden
geactiveerd.
•
Vaste nummers
als u uitgaande oproepen en tekstberichten wilt beperken tot
geselecteerde telefoonnummers als dit door uw SIM–kaart wordt ondersteund.
Hiervoor hebt u de PIN2–code nodig.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Voeg nieuwe
toe. Selecteer een van de typen toepassingen
(netwerkdienst) als u inkomende en uitgaande oproepen
Nw toev.
of drukt u op
Terug
en
Opties
Instellingen
en
en
93