toepassing beëindigt, wordt ook de (E)GPRS–verbinding beëindigd, maar blijft
de telefoon geregistreerd bij het (E)GPRS–netwerk.
Als een oproep of tekstbericht binnenkomt of als u belt terwijl een (E)GPRS–
verbinding actief is, wordt het pictogram
weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat de (E)GPRS–verbinding is
onderbroken.
GPRS en EGPRS worden niet afzonderlijk aangegeven. De indicatoren voor
GPRS en EGPRS zijn hetzelfde.
De telefoon ondersteunt drie gelijktijdige (E)GPRS–verbindingen. U kunt
bijvoorbeeld gelijktijdig browsen door xHTML–pagina's, multimediaberichten
ontvangen en werken met een actieve pc–inbelverbinding.
(E)GPRS–modeminstellingen
U kunt de telefoon via draadloze Bluetooth–technologie of infrarood aansluiten
op een compatibele pc en de telefoon gebruiken als modem om de (E)GPRS–
verbinding via de pc in te schakelen.
Als u de instellingen voor (E)GPRS–verbindingen vanaf de pc wilt instellen, drukt u
op
Menu
en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Connectiviteit,
GPRS–modeminstellingen.
• Selecteer
Actief toegangspunt
gebruiken.
• Selecteer
Actieve toegangspunt bewerken
toegangspunt te wijzigen.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
rechtsboven in het display
en activeer het toegangspunt dat u wilt
om de instellingen voor het
GPRS
en
86