2. Druk zo vaak als nodig is op de eindtoets (bijvoorbeeld om een gesprek te beëindigen,
een menu af te sluiten, enzovoort) om het scherm leeg te maken en de telefoon gereed te
maken voor een oproep.
Als de toetsen geblokkeerd zijn, geeft u eerst de toetsen vrij door op de middelste
selectietoets en daarna binnen anderhalve seconde op de gesprekstoets te drukken.
Opmerking: Wanneer de toetsen zijn vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat is geprogrammeerd in het geheugen van uw telefoon.
Dit is afhankelijk van de serviceprovider en van de regio waarin u zich bevindt.
Houd de gesprekstoets anderhalve seconde ingedrukt. Druk vervolgens binnen
vier seconden op
3. Houd de middelste selectietoets ingedrukt en selecteer de cijfers van het alarmnummer
op uw locatie (bijvoorbeeld 112, 911 of een ander officieel alarmnummer) één voor één
in de tekenbalk. Alarmnummers verschillen van land tot land.
4. Druk op de gesprekstoets.
Als u bepaalde functies gebruikt, is het mogelijk dat u deze functies eerst moet uitschakelen
voordat u een alarmnummer kunt kiezen. Als het apparaat in het profiel Offline of Vlucht
staat, moet u het profiel wijzigen om de telefoonfunctie te activeren voordat u een
alarmnummer kunt kiezen. Raadpleeg deze handleiding of uw serviceprovider voor meer
informatie.
Probeer wanneer u een alarmnummer belt alle noodzakelijke informatie zo nauwkeurig
mogelijk te omschrijven. Uw draadloze apparaat is mogelijk het enige communicatiemiddel
op de plaats van een ongeluk. Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming
hebt gekregen.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Ja
en op de gesprekstoets om het alarmnummer te kiezen.
139