3. Algemene functies
■ Opbellen
1. Houd de middelste selectietoets ingedrukt in de standby–modus en voer het
netnummer en telefoonnummer in. U voert het telefoonnummer in door naar
het gewenste cijfer in de tekenbalk te gaan en op
deze procedure voor elk cijfer van het telefoonnummer. Als u een onjuist teken
intoetst, kunt u op
Voor internationale gesprekken voert u het +–teken in (dit vervangt de
internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo
nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
2. Druk op de gesprekstoets om het nummer te bellen.
3. Druk op de eindtoets om het gesprek te beëindigen of het kiezen te
onderbreken.
Zie ook
Opties tijdens een gesprek
Bellen met behulp van de lijst met contacten
Zie
Zoeken naar een contact
telefoonnummer dat u hebt opgeslagen in Contacten. Druk op de gesprekstoets
om het nummer te bellen.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Wis
drukken om het teken te verwijderen.
op pagina 33.
op pagina
62
als u wilt zoeken naar een naam of
Select.
te drukken. Herhaal
31