De navigatietoetsen ( ) meermaals
drukken tot de aanduiding "APL.FUNC"
verschijnt.
Met de toets PRINT bevestigen.
De navigatietoetsen ( ) meermaals
drukken tot de aanduiding "SG" verschijnt.
Met de toets TARE bevestigen, de
aanduidingen: "SET" en de actuele
instelling verschijnen geleidelijk.
De navigatietoetsen ( ) meermaals
drukken tot de aanduiding "AIR.COR"
verschijnt.
Met de toets TARE bevestigen.
Door op TARE te drukken tussen de
instellingen "OFF" en "ON" kiezen. De
huidige instelling wordt door de
stabilisatie-indicator weergegeven.
Stabilisatieaanduiding
OFF
ON
Naar het menu teruggaan door op
ON/OFF te drukken en volgende
instellingen invoeren.
of
Naar de modus van de dichtheidsbepaling
teruggaan door op ON/OFF meermaals te
drukken.
86
Instelling "AIR.COR"
OFF
ON
YDB-03-BA-nl-2215