3. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets
drukken. De gewichtswaarde „Monster in de lucht" wordt onder de positie
<Wegen 1> afgelezen.
4. De vaste stof op de onderste schaal met zeef leggen.
Daarvoor de dompelkorf uit het statief halen. Bij volgende onderdompeling
mogen geen aanvullende luchtbellen ontstaan; het monster het liefst met een
pincet inzetten of direct op de schaal met zeef leggen. Het monster dient
tenminste 1 cm in het vloeistof te worden gedompeld.
5. Wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets
drukken. De dichtheid van de vaste stof wordt door de weegschaal bepaald en
afgelezen.
YDB-03-BA-nl-2215
Afb. 2: "In de hulpvloeistof wegen"
.
59