Inhoudsopgave
Advertenties
5.4.2 Dichtheidsbepaling van dalende vaste stoffen (d > 1 g/cm3)
De dompelkorf afnemen en in het midden van het platform het bekerglas met het
hulpvloeistof plaatsen. De invulhoogte dient ca. ¾ van het volumen te bedragen.
Deze kan het statief niet aanraken.
De dompelkorf opnieuw ophangen. Deze kan het bekerglas niet aanraken. De
weegschaal op nul zetten.
Het monster van de vaste stof in de bovenste schaal voor monsters inzetten, zie
afb. 1, hoofdstuk 5.1.2.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
drukken.
Het monster van de vaste stof in de onderste schaal voor monsters inzetten, zie
afb. 2, hoofdstuk 5.1.2.
Daarvoor de dompelkorf uit het statief halen. Bij volgende onderdompeling
mogen geen aanvullende luchtbellen ontstaan; het monster het liefst met een
pincet inzetten of direct op de schaal met zeef leggen. Het monster dient
tenminste 1 cm in de vloeistof te worden gedompeld.
Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding (
drukken.
De dichtheid van het monster wordt door de weegschaal bepaald en afgelezen.
Nadat een optionele printer wordt aangesloten, wordt het resultaat geprint.
YDB-03-BA-nl-2215
Het monstergewicht in de lucht verschijnt.
)verschijnt en vervolgens de toets
)verschijnt en vervolgens de toets
45
Advertenties
Inhoudsopgave
