5.6 Serie KERN ALT-B, TALJG-A, TALSG-A
5.6.1 Dichtheidsbepaling van dalende vaste stoffen (d > 1 g/cm3)
De dompelkorf afnemen en in het midden van het platform het bekerglas met het
hulpvloeistof plaatsen. De invulhoogte dient ca. ¾ van het volumen te bedragen.
Deze kan het statief niet aanraken.
De dompelkorf opnieuw ophangen. Deze kan het bekerglas niet aanraken.
In de weegmodus de toets MENU drukken. Het hoofdmenu verschijnt.
Met de navigatietoetsen de menupunt "Density" kiezen.
Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt.
Met de navigatietoetsen de gewenste instelling "Solid" kiezen.
Met de toets bevestigen PRINT, het verschijnt actueel ingestelde dichtheid van de
hulpvloeistof (fabrieksinstelling 1,0000 g/cm3 voor het gedestilleerde water met
de temperatuur van 20°C).
Om de keuze te wijzigen de toets TARE drukken (zie hoofdstuk 8).
Met de navigatietoetsen het cijfer vergroten of verkleinen. Met de toets TARE
het volgende cijfer kiezen. Het proces voor elk cijfer herhalen. Om te wissen de
toets TARE gedrukt houden.
Met de toets PRINT bevestigen het verschijnt de aanduiding voor
gewichtsbepaling in de lucht.
Indien de weegschaal geen nul aanwijst, de toets TARE drukken.
YDB-03-BA-nl-2215
51