5.7.1 Methode "Vaste stof" opvragen en de parameters van hulpvloeistof
invoeren.
Hulpvloeistof
Temperatuur
56
Om de methode "Vaste stof" te
kiezen de functietoets
drukken.
Een keuzelijst met de parameters
van de hulpvloeistof verschijnt.
Om de hulpvloeistof te kiezen de
optie <Standard liquid> kiezen.
1. Bij gekozen optie <Water> of
<Etanol> als volgende stap de
temperatuur van hulpvloeistof
invoeren.
2. Bij gekozen optie <Other> dient als
volgende stap de bekende dichtheid van
hulpvloeistof te worden ingevoerd.
Ingeval als hulpvloeistof de optie
<Water> of <Etanol> wordt gekozen,
wordt hier hun temperatuur ingevoerd.
De optie <Temperature> kiezen.
De temperatuurwaarde van de
hulpvloeistof in het vakje van
numerieke waarden invoeren met de
toets
bevestigen.
YDB-03-BA-nl-2215