5. De vaste stof op de onderste schaal met zeef leggen.
Daarvoor de dompelkorf uit het statief halen. Bij volgende onderdompeling
mogen geen aanvullende luchtbellen ontstaan; het monster het liefst met een
pincet inzetten of direct op de schaal met zeef leggen. Het monster dient
tenminste 1 cm in de vloeistof te worden gedompeld.
6. De toets UNIT drukken. De aanduiding "WAIT" verschijnt. De dichtheid van de
vaste stof wordt door de weegschaal bepaald en afgelezen.
7. Nadat een optionele printer wordt aangesloten kan het resultaat worden geprint.
8. Het monster afnemen. Om volgende metingen uit te voeren de toets UNIT
drukken en de procedure van stap 2 beginnen.
Om beschadigingen door corrosie van indompelkorf te vermijden, dient hij in de
vloeistof niet voor langere periode te worden ondergedompeld.
22
Afb. 2: In de hulpvloeistof wegen
YDB-03-BA-nl-2215