Bedrading
1. Zorg ervoor dat alle geschikte stroomonderbrekers en schakelaars uitgeschakeld zijn voordat u de motor be-
kabelt.
Opgeslagen lading - Wacht minstens zestig (60) seconden alvorens onderhoud uit te voeren.
2. Zorg ervoor dat de voedingsspanning voldoet aan de vereisten die vermeld staan op het typeplaatje van de
motor. Als niet aan deze vereisten wordt voldaan, kan er permanente motorschade optreden.
3. De pomp moet permanent worden aangesloten op een eigen, onafhankelijk circuit met ALS-bescherming.
4. Volg voor bedradingsmaten en algemene elektrische richtlijnen de specificaties die zijn vastgelegd in IEC 60364
(Elektrische laagspanningsinstallaties), IEC 60364-7-702 (Eisen voor bijzondere installaties, ruimten en ter-
reinen - Zwembaden en fonteinen) en eventuele plaatselijke voorschriften.
5. Gebruik trekontlastingen en zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen schoon en stevig zijn.
Opmerking: Alle ongebruikte leidingopeningen moeten worden afgedicht met de bijgeleverde leidingpluggen.
6. Knip alle draden en geleiders op de juiste lengte af om te voorkomen dat geleiders vonken maken of elkaar
overlappen wanneer ze eenmaal zijn aangesloten.
Aarding - alleen voor pompen geleverd zonder voedingskabel
1. Aard de aandrijving permanent met behulp van de groene aarddraadschroef en zorg ervoor dat de aardedraad
is aangesloten op een elektrische aarding.
2. OVERZICHT BEDIENINGSPANEEL
Voordat u de pomp voor de eerste keer gebruikt, moet de interne klok van de pomp geprogrammeerd worden.
Raadpleeg De klok instellen (pagina 11).
De pomp kan geprogrammeerd en bestuurd worden via het toetsenbord van de aandrijving. De pompfuncties en
-instellingen zijn ook toegankelijk via dit toetsenbord.
Opmerking: De functionaliteit kan variëren afhankelijk van andere actieve functies, zoals de modus
Alleen Externe Besturing
Opmerking: Sluit het deksel van het toetsenbord altijd na gebruik. Zo voorkomt u schade aan het toetsenbord
en andere onderdelen van de aandrijving.
Druk alleen met uw vingers op de toetsen van het toetsenbord. Het gebruik van
schroevendraaiers, pennen of ander gereedschap om de pomp te programmeren zal
het toetsenbord beschadigen.
Als er stroom op de pompmotor is aangesloten, kan het indrukken van een van de
volgende knoppen waarnaar in dit hoofdstuk wordt verwezen, ertoe leiden dat de motor start. Het niet
herkennen hiervan kan persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur tot gevolg hebben.
6
VOEDINGS
AANSLUITINGEN
EN AARDINGS
KLEM
Afbeelding 1
2.1. BEELDSCHERM
1. STATUS-LED – wanneer deze brandt (groen), geeft dit aan dat
(1)
2. "A"-VELD – Weergave pompparameters: toerental (RPM),
B
A
C
Afbeelding 2
3. "B"-VELD – Weergave maateenheid ten opzichte van A-VELD.
4. "C"-VELD – Weergave van het huidige programma.
Start
2.2. TOETSENBORDNAVIGATIE
Quick
5
6
Clean
Stop
5. Knop Snelreiniging - voor het uitvoeren van een geprogrammeerde
Start
6. Start/Stop-knop - voor het starten en stoppen van de pomp. Als de
8
Quick
Set
5
6
Clean
Stop
7
9
7. Pijlen "+" en "-" - voor het op het scherm aanpassen van de
Menu
8
Set
7
9
8. SET-knop - wanneer de pomp in de actieve stand staat, wordt
9. ESC-knop - als de pomp in de STOP-status staat, wordt deze
Afbeelding 3
3. INSTALLATIE POMP
Quick
Alleen een erkende installateur mag de pomp installeren. Raadpleeg BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES voor aan-
5
Clean
vullende informatie over installatie en veiligheid. Opmerking: De pomp mag niet in serie worden geschakeld met andere pompen.
3.1. LOCATIE
Opmerking: Installeer deze pomp niet in een buitenbehuizing of onder de rand van een bubbelbad of spa, tenzij dit
als zodanig is aangegeven.
7
Opmerking: Zorg ervoor dat de pomp mechanisch op het uitrustingspaneel is bevestigd. Installeer deze pomp niet in
een buitenbehuizing of onder de rand van een bubbelbad of spa, tenzij dit als zodanig is aangegeven.
Zorg ervoor dat de plaats van de pomp aan de volgende eisen voldoet:
Installeer de pomp zo dicht mogelijk bij het zwembad of de spa. Gebruik korte, directe aanzuig- en retourleidingen
om wrijvingsverlies te beperken en de efficiëntie te verbeteren.
• Installeer de pomp minimaal 1,5 m van de binnenwand van het zwembad.
• Installeer de pomp minimaal 0,9 m van een verwarmingsuitlaat.
• Installeer de pomp niet meer dan 3,1 m boven het waterniveau van het zwembad.
• Zorg voor minstens 7,6 cm vrije ruimte aan de zijkant en achterkant voor demontage en verwijdering van de motor.
• Zorg voor minstens 15,2 cm vrije ruimte aan de bovenkant voor het demonteren en verwijderen van de aandrijving.
• Installeer de pomp op een goed geventileerde plaats, beschermd tegen overmatig vocht, vuil en hitte (d.w.z.
regengootafvoeren, sproeiers, enz.)
7
de pomp actief is, een programma uitvoert of in stand-by staat en
wacht op een geplande start. De RUN-LED gaat uit wanneer de
STOP-status wordt geactiveerd (druk op de knop start/stop). Het
beeldscherm toont een STOP-indicator. De STATUS-LED brandt
(rood) wanneer de pomp zich in een storingstoestand bevindt.
Raadpleeg Fouten en alarmen (pagina 17) voor het oplossen van
problemen
Stroomverbruik (Watt), Tijd (HH:MM), RESTERENDE TIJD tot
volgende programma (HH:MM). Druk op SET om door de ver-
schillende parameters te bladeren. Wanneer de pomp in de modus
STAND-BY staat, worden alleen de Klok en Tijd tot het volgende
programma weergegeven.
snelheid en duur voor Snelreiniging (standaard: 2 uur op 2600 tpm)
pomp is gestopt en de RUN-LED niet brandt, kan de pomp op geen
enkele invoer werken.
pompinstellingen. De "+"-pijl verhoogt de waarde van een bepaalde
instelling, terwijl "-"de waarde van een bepaalde instelling verlaagt.
Door één van de pijltjestoetsen ingedrukt te houden, worden de
stapsgewijze wijzigingen sneller verhoogd of verlaagd.
de knop gebruikt om tussen de verschillende beschikbare
beeldschermmodi te schakelen. Als de pomp in de STOP-status
staat, wordt de SET-knop gebruikt om het menu te openen en
instellingen op te slaan.
gebruikt om het menu te verlaten en submenu's te verlaten zonder
op te slaan.
Start
6
Stop
8
Set
9
Menu