14
www.aeg.com
Verwarmingsfunctie
6.5 Een verwarmingsfunctie
starten
1. Schakel het apparaat in.
2. Selecteer het menu:
Verwarmingsfuncties.
3. Druk op
4. Selecteer een ovenfunctie.
5. Druk op
6. Stel de temperatuur in.
7. Druk op
6.6 Controlelampje bij
voorverwarmen
Wanneer u een verwarmingsfunctie
inschakelt, gaat het balkje op het display
branden. Het balkje geeft aan dat de
oventemperatuur toeneemt. Als de
temperatuur bereikt is, zoemt de zoemer
Borden Warmen
Inmaken
Drogen
Deeg Laten Rijzen
Lage Temperatuur Ga-
ren
Brood
Ontdooien
om te bevestigen.
om te bevestigen.
om te bevestigen.
Applicatie
Om borden voor het serveren op te warmen.
Voor de inmaak van groenten zoals augurken.
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels,
pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten,
courgette of champignons).
Voor het beheerst laten rijzen van deeg voordat
het wordt gebakken.
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Om brood te bakken.
Deze functie kan gebruikt worden om bevroren
voedsel te ontdooien zoals groente en fruit. De
ontdooitijd hangt af van de hoeveelheid en dikte
van het voedsel.
3 maal en knippert de balk om
vervolgens te verdwijnen.
6.7 Indicatielampje
Snelverhitting
Deze functie verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
Als u de functie wilt activeren, houdt u
3 seconden ingedrukt. Het
indicatielampje voorverwarmen wisselt.
6.8 Restwarmte
Wanneer u de oven uitschakelt, geeft het
display de restwarmte aan. U kunt de
warmte gebruiken om het eten warm te
houden.