7
Bediening
7.2 Gebruik
7.2.1
Controles voor het starten van de
motor
WAARSCHUWING
Lichamelijk letsel en materiële
schade
Als de instructies in de hoofdstukken 'In-
leiding' en 'Veiligheid' niet worden opge-
volgd, kan persoonlijk letsel of materiële
schade ontstaan.
Vóór de controles dienen alle instructies
in de hoofdstukken 'Inleiding' en 'Veilig-
heid' te worden nageleefd.
Dagelijks vóór de eerste start:
Elektrische installatie inschakelen aan de ac-
cuscheidingsschakelaar, zie pagina 46.
Voer de dagelijkse controlewerkzaamheden
uit volgens het inspectieschema, zie
pagina 41.
Voer een visuele controle uit op beschadi-
gingen, losgeraakte delen en olie-, brandstof
of koelvloeistoflekkages.
Zorg ervoor dat de voorbesturing uitgescha-
keld is.
1. Draai de contactsleutel in stand I , zie
pagina 77.
2. Druk op toets (1) of (2) in.
De claxon moet klinken.
7.2.2
Voorbesturing
Met de voorbesturing worden de functies van de
stuurknuppels en pedalen in- resp. uitgescha-
keld.
Opmerking
Wanneer de parkeerrem ingeschakeld is, is de
voorbesturing automatisch uitgeschakeld.
76
WAARSCHUWING
Lichamelijk letsel en materiële
schade
Door ongewenste aanraking van de
besturingshendels of pedalen ver-
oorzaakte ongecontroleerde bewegingen
van de graafmachine kunnen ongevallen
of beschadiging tot gevolg hebben.
Schakel bij pauzes en vууr het in- en
uitstappen de voorbesturing uit.
EIn-/uitschakelen met hende
Inschakelen
Hendel (1) omhoog zwenken.
Het controlelampje gaat uit.
Uitschakelen
Hendel (1) omlaag zwenken.
Het controlelampje licht op.
Het symbool verschijnt op het dis-
play.