Starten van zwaaibeweging
1
Druk op
, stel de richting van de louver
(schoepen voor het omhoog / omlaag
instellen van de luchtrichting) in de laagste
stand en druk nogmaals op
SWING
wordt getoond en de omhoog / omlaag
luchtrichting wordt automatisch gekozen.
Display tijdens zwaaibeweging
Herhaling
Stoppen van zwaaibeweging
1
Druk op
wanneer de louver met de
zwaaibeweging in de gewenste stand is.
Wanneer u vervolgens op
drukt, kan de
luchtrichting weer vanaf de hoogste stand worden
ingesteld.
* Indien u echter op
drukt terwijl de louver
zwaait, wordt de louverpositie als volgt getoond en
kan de hoogste stand mogelijk niet worden
gekozen.
Display wanneer de zwaaibeweging is
gestopt
Fan / Heat
Cool / Dry
werking
werking
Druk in dit geval twee seconden later nogmaals op
.
• Tijdens de Cool / Dry functie stopt de louver niet
wanneer deze omlaag is gericht. De louver stopt
vanaf de hoogste stand gezien, in de derde
stand wanneer deze tijdens de zwaaibeweging
omlaag gaat.
Display wanneer de zwaaibeweging is
gestopt
Fan / Heat
Cool / Dry
werking
werking
21-NL
Unitkeuzetoets
• Indien twee of meerdere binnenunits met één
afstandsbediening worden bediend, kunt u de
luchtrichting voor iedere binnenunit afzonderlijk
instellen door de gewenste binnenunit te kiezen.
.
• Druk voor het afzonderlijk instellen van de
windrichting op de
toets (linkerkant van de
toets) om het nummer van de gewenste binnenunit
uit de groep te tonen. Stel vervolgens de windrichting
van de getoonde binnenunit in.
• Indien er geen nummer van een binnenunit wordt
getoond, kunnen alle binnenunits van de groep
tegelijkertijd worden ingesteld.
• Met iedere druk op de
de toets) verandert de weergave als volgt:
Unit No.
Unit No.
1-1
1-2
Geen
Unit No.
aanduiding
1-4
Instellen van horizontale luchtstroom
Voor het veranderen van de horizontale luchtstroom,
richt u de verticale schoepen in de horizontale louver
naar de gewenste positie.
OPMERKING
• Wanneer de horizontale louver omlaag is gericht
tijdens de COOL functie voor het koelen, wordt er
mogelijk condens op de behuizing of louver gevormd
waardoor er water zal gaan druppelen.
• Wanneer de horizontale louver horizontaal is gericht
tijdens de HEAT functie voor het verwarmen, wordt de
warme lucht mogelijk niet goed gedistribueerd.
– 11 –
7
Stroombesparingsmodus
De stroombesparingsmodus bespaart energie door de maximale stroom te beperken, hetgeen de verwarmings-
en koelingscapaciteit beïnvloedt die de unit kan genereren.
Druk op de
• De airconditioner gaat over op stroombesparingsmodus.
•
verschijnt op het scherm.
De stroombesparingsmodus blijft actief totdat het wordt uitgeschakeld.
Om de stroombesparingsmodus uit te schakelen, drukt u opnieuw op de
•
verdwijnt.
toets (linkerkant van
Bepalen van vermogen voor energiebesparing
Unit No.
Bij gebruik van de RAV-SM***3AT of oudere modellen, veranderen de aanduidingen op het display maar is het
1-3
werkelijke vermogen altijd "75 %".
1
Druk minstens vier seconden op
•
2
Druk op
• Telkens wanneer u op de toets drukt, verandert het UNIT No. als volgt:
De ventilator van de geselecteerde unit draait.
-toets terwijl het toestel in werking is.
4
5
terwijl de airconditioner niet in werking is.
, symbool en nummers knipperen.
(linkerzijde van de toets) om de in te stellen binnenunit te kiezen.
UNIT No.
UNIT No.
1-1
1-2
UNIT No.
1-4
-toets.
1
3
2
UNIT No.
1-3
22-NL