Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bandenspanning Controleren; Torsie Van Wielmoeren Controleren; Inrijperiode; Motor Starten - Toro Greensmaster 3100 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Greensmaster 3100:
Inhoudsopgave

Advertenties

Figuur 20
1. Hydraulische reservoir
2. Rooster
3. Als u de vloeistof te laag is, moet u het reservoir
langzaam bijvullen met ISO VG 46 of een
gelijkwaardige hydraulische vloeistof totdat het
correcte peil is bereikt. Gebruik nooit verschillende
typen vloeistof door elkaar.
4. Plaats daarna de dop terug.

Bandenspanning controleren

De banden worden in de fabriek t.b.v. de verzending
opzettelijk te hard opgepompt. Laat daarom wat lucht
uit de banden ontsnappen totdat deze de juiste spanning
hebben, alvorens de machine in gebruik te nemen.
Afhankelijk van de gazonomstandigheden moeten
de voorbanden een spanning van minimaal 8 psi tot
maximaal 12 psi (55 tot 83 kPa) hebben.
De achterband moet een spanning van minimaal 8 psi
tot maximaal 15 psi (55 tot 103 kPa) hebben.
Torsie van wielmoeren
controleren
Als de wielmoeren niet steeds de juiste torsie
hebben, kan dit leiden tot lichamelijk letsel.
De torsie van de wielmoeren moet 95-122 Nm
bedragen. Haal de moeren aan na 1-4
bedrijfsuren en nog eens na 10 bedrijfsuren.
Haal de wielmoeren daarna om de 200
bedrijfsuren aan.
3. Vloeistofpeil 89 mm vanaf
de bovenkant van de
vulopening

Inrijperiode

Voor olieverversingsbeurten en aanbevolen
onderhoudsprocedures tijdens de inrijperiode, zie
de Gebruikershandleiding van de motor, die u hebt
gekregen bij de machine.
Voor de inrijperiode is 8 uur maaien genoeg.
Aangezien de eerste bedrijfsuren van cruciaal belang
zijn voor de betrouwbaarheid van de machine in
de toekomst, moet u de werking en de prestaties
van de machine scherp in het oog houden zodat
kleine gebreken die later grote problemen kunnen
veroorzaken, worden opgemerkt en verholpen.
Controleer de machine tijdens de inrijperiode veelvuldig
op olielekken, losse bevestigingen of andere gebreken.
Om ervoor te zorgen dat het remsysteem optimaal
functioneert, moet u de remmen gebruiksklaar maken
(inrijden) voordat u de machine gaat gebruiken. Om de
remmen gebruiksklaar te maken, moet u de machine
op maaisnelheid laten rijden en stevig remmen totdat
de remmen heet zijn., zoals blijkt uit hun geur. Na de
inrijprocedure zullen de remmen misschien moeten
worden afgesteld; zie Remmen afstellen.

Motor starten

Opmerking: Controleer de ruimte onder de
maaidekken om er zeker van te zijn dat deze vrij van
rommel is.
1. Om het maaipedaal te ontgrendelen, moet u de
pen naar buiten trekken en rechtsom draaien.
Vervolgens steekt u het uiteinde in het achterste gat
in de beugel.
2. Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking, en zet de schakelhendel
in de neutraalstand. Controleer vervolgens of het
maai- en het hefpedaal op gelijke hoogte staan.
3. Haal uw voet van het tractiepedaal en let erop dat
het pedaal in de neutraalstand staat.
4. Zet de chokehendel op DICHT (uitsluitend als u
een koude motor start) en de gashendel op halfgas.
5. Steek het sleuteltje in het contact en draai dit naar
rechts totdat de motor start. Nadat de motor is
gestart, kunt u met behulp van de choke de motor
regelmatig laten lopen. Zodra dit mogelijk is, opent
u de choke door de chokehendel naar achteren te
trekken en op Uit te zetten. Als de motor warm
is, hoeft de choke niet of nauwelijks te worden
gebruikt.
6. Nadat de motor is gestart, controleert u de machine
aan de hand van de volgende procedures:
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04356

Inhoudsopgave