Inbedrijfstelling
4.
Inbedrijfstelling
Let op:
Bij de eerste inbedrijfstelling mag het apparaat tot aan het bereiken van de stationaire
toestand niet zonder toezicht blijven.
4.1 Het apparaat aansluiten
Let op:
Bij het aansluiten moeten de geldende landspecifieke
voorschriften worden nageleefd (bijv. in Duitsland
conform DIN VDE 0100 met aardlekbeveiliging). Let op
de aansluit- en vermogenswaarden (zie het typeplaatje
en de technische gegevens op bladzijde 15). Let op
een veilige verbinding van de beschermingsleiding.
Sluit de meegeleverde netkabel aan op de achterzijde van
het apparaat en op de stroomvoorziening (afb. 11). Instal-
leer de netkabel zodanig, dat
►
deze altijd toegankelijk en bereikbaar is en snel kan
worden ontkoppeld, bijvoorbeeld bij storingen of
noodgevallen;
►
er niet over gestruikeld kan worden;
►
deze niet in contact kan komen met hete onderdelen.
4.2 Waterreservoir vullen en aansluiten
(alleen bij constante klimaatkasten HPP)
Waterspecificatie
Voor het opwekken van stoom mag alleen het volgende worden gebruikt: gedemineraliseerd
water (aqua dem) conform VDE 0510/DIN EN 50272, mits de daarin opgenomen bepalingen
strikt worden nageleefd (geleidingsvermogen van het water ≥ 5 ≤ 10 μS/cm). batterijwater
conform VDE 0510 is verkrijgbaar in alle grote drogisterijen, supermarkten, doe-het-zelfzaken
en in de groothandel. VDE 0510/DIN EN 50272 moet daarbij uitdrukkelijk op het etiket zijn
vermeld.
Anders kunnen kalkafzettingen in de stoomgeneratoren, stoomleidingen en peristaltische
pompen de functionaliteit van het apparaat negatief beïnvloeden.
Het gebruikte water moet een pH-waarde hebben van > 5 en < 7 en chloorvrij zijn.
24
afb. 11
Netkabel op de achter-
zijde van het apparaat aansluiten
D33268 | Stand 06/2016