Gereden afstand - In-/uitschakelen van de weergave van de gereden afstand in
■
het display van het instrumentenpaneel
Ø-snelheid - In-/uitschakelen van de weergave van de gemiddelde snelheid in
■
het display van het instrumentenpaneel
Digitale snelheidsweergave - In-/uitschakelen van de weergave van de mo-
■
mentele snelheid in het display van het instrumentenpaneel
Snelheidswaarschuwing - In-/uitschakelen van de weergave van de snelheids-
■
waarschuwing in het display van het instrumentenpaneel
■
Olietemperatuur - In-/uitschakelen van de weergave van de olietemperatuur in
het display van het instrumentenpaneel
Koelvloeistoftemperatuur - In-/uitschakelen van de weergave van de koelvloei-
■
stoftemperatuur in het display van het instrumentenpaneel
Rijgegevens Vanaf start terugzetten - Terugzetten van het ritgeheugen in het
■
infotainmentdisplay en in het display van het instrumentenpaneel
■
Rijgegevens Lange tijd terugzetten - Terugzetten van het reisheugen in het in-
fotainmentdisplay en in het display van het instrumentenpaneel
Service
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 74 en volg deze op.
›
Op de toets
→ → Service drukken.
CAR
Chassisnummer: - Weergave van het chassisnummer
■
■
Inspectie: - Aantal km/dagen tot de volgende service
Kleine Onderhoud Service: - Aantal km/dagen tot de volgende Kleine Onder-
■
houd Service
Op fabrieksinstellingen terugzetten
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 74 en volg deze op.
›
Op de toets
→ → Fabrieksinstellingen drukken.
CAR
Alle instellingen - alle menupunten
■
Hulpsystemen - Menu Hulpsystemen
■
Parkeren en manoeuvreren - Menu Parkeren en manoeuvreren
■
Licht - Menu Licht
■
■
Spiegels en wissers - Menu Spiegels en wissers
80
Wagen
Openen en sluiten - Menu Openen en sluiten
■
Multifunctie-indicatie - Menu Multifunctie-indicatie
■
Indien een van de bovenstaande menupunten wordt geselecteerd, wordt ge-
vraagd of de instellingen daadwerkelijk teruggezet moeten worden.
Annul. - Terugkeren naar het bovenliggende menu
■
■
Terugzetten - Terugzetten van de instellingen
Climatronic instellen
Lees eerst de informatie in de inleiding op pagina 74 en volg deze op.
Bij ingeschakelde Climatronic wordt op het beeldscherm de ingestelde gewenste
temperatuur aan bestuurders- en bijrijderszijde weergegeven
Afhankelijk van de ingestelde gewenste temperatuur wordt de luchtstroom uit de
luchtroosters blauw (temperatuur lager dan 22 °C) resp. rood (temperatuur hoger
dan 22,5 °C) weergegeven.
In de automatische modus van de Climatronic wordt op het beeldscherm AUTO
weergegeven.
Hoofdmenu oproepen
›
Op de toets
op het Climatronic-bedieningsgedeelte drukken.
SETUP
Aircoprofiel: - Instelling van de functie van de Climatronic
■
ON/OFF - In-/uitschakelen van de Climatronic
■
■
- Toegang tot de instelling van de interieurvoorverwarming en -ventila-
tie
» pagina 76
Afbeelding 50
Climatronic: Hoofdmenu
» Afbeelding
50.