Wagen
Wagensystemen
Wageninstellingen
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Rijmodus selecteren
Houd uw aandacht altijd bij de veiligheidsaanwijzingen
aanwijzingen.
De instellingen van de wagensystemen kunnen alleen bij ingeschakeld contact
worden uitgevoerd.
74
Wagen
De afzonderlijke systemen worden in het
■
schreven.
Indien de functies van enkele systemen worden uitgeschakeld, worden na het
■
uit- en weer inschakelen van het contact enkele functies, bijvoorbeeld onderde-
len van het ESC-systeem, om veiligheidsredenen automatisch weer ingeschakeld.
Na het indrukken van de toets
■
weergegeven.
Rijmodus selecteren
74
75
76
77
77
77
78
78
79
79
79
79
Met het menu voor het selecteren van de rijmodus is het mogelijk de wagen op
80
de drie vooringestelde rijprofielen Normal, Sport, Eco in te stellen. Daarnaast zijn
80
met het rijprofiel Individual individuele instellingen mogelijk.
80
Indien een andere rijmodus dan Normal is geselecteerd, brandt in de toets het
» pagina
4, Belangrijke
symbool
De momenteel gekozen rijmodus wordt in de statusregel in het hoofdmenu voor
de bedrijfsfuncties
Hoofdmenu oproepen
›
Op de toets drukken.
Normal - Inschakelen van de modus Normaal
■
Annul. - Afbreken van het menu voor de keuze van de rijmodus
■
■
Informatie - Weergave van de modusinstellingen
Let op
wordt het laatst weergegeven menu uit
CAR
» Afbeelding
45.
» Afbeelding 50
op pagina 80 (linksboven) weergegeven.
»
Instructieboekje van de wagen be-
Middenconsole: Toets voor het
selecteren van de rijmodus