5. Als de remmen afgesteld moeten worden,
draai dan tegenmoer b los en draai
tegenmoer A tot de juiste afstand is bereikt.
Draai de tegenmoeren b weer vast tegen de
tegenmoeren A.
6. Activeer de parkeerrem. meet de afstand tussen
rembout D en de remwartel. De afstand moet
3,2 tot 6,4 mm zijn.
7. Als er aanpassingen nodig zijn, draai dan
tegenmoer C los. Draai de rembout tot de
afstand correct is. Draai de tegenmoeren C
weer vast.
V-riemen
Controleer ze na elke 100 uur in werking. Controleer
op grote barsten of deuken.
LEt OP: de riem heeft bij normaal gebruik altijd kleine
barsten.
ondErhoud
D
Afstelling van de parkeerrem
tussenruimte van
3,2 tot 6,4 mm met
de parkeerrem
ingeschakeld
Meetafstand
B
A
C
8065-052
8065-049
43