Rijden
1. Deactiveer de parkeerrem door de hendel naar
beneden te bewegen.
LEt OP: de maaier is voorzien van een
aanwezigheidsdetectiesysteem voor de
bestuurder. Als de motor draait en de gebruiker
probeert van de stoel te stappen zonder eerst
de parkeerrem in te schakelen, dan wordt de
motor uitgeschakeld.
2. beweeg de stuurregelaars naar de neutrale
positie (N).
3. De maaihoogte kan worden ingesteld van
2,5 cm -12,7 cm door de maaihoogtepen in
het gewenste gat te plaatsen. Ontgrendel de
maaihoogtehendel door beide pedalen even
diep in te drukken.
4. Duw het voetpedaal helemaal naar voren
voor de transportpositie. Stel de pen in op
de gewenste maaihoogte. (De pen wordt
verwijderen door 180
pedalen weer in om het maaidek omlaag te
zetten naar de geselecteerde instelling.
bEdIEnInG
te draaien.) Duw de
O
Ontgrendel de parkeerrem
Pedalen voor instellen maaihoogte
Stel het maaidek in op de gekozen maaihoogte
8065-006
8065-017
8065-016
33