8.4 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Wanneer de polariteit omgekeerd wordt, leidt dit tot schade aan de marifoon!
Sluit het stroomsnoer en de antenne op de marifoon aan. De antenne en
stroomvoorziening worden als volgt aangesloten:
1.
Monteer de antenne ten minste 1 m (3,28 ft) van de marifoon vandaan. Sluit de
antennekabel aan de achterkant van de marifoon aan. De antennekabel moet
voorzien zijn van een PL259-connector. Coaxkabel RG-8/U moet worden gebruikt
als de antenne 7,6 m (25 ft) of meer van de marifoon verwijderd is. Voor afstanden
minder dan 7,6 m (25 ft) kan RG58-kabel worden gebruikt.
2.
Sluit de rode stroomdraad aan op een 13,8 VDC ±20% stroombron. Sluit de zwarte
stroomdraad aan op een negatieve massaverbinding.
3.
Zie de volgende sectie voor de aansluitingen ingeval er een als optie verkrijgbare,
op afstand bedienbare extra luidspreker gebruikt gaat worden.
4.
Het is raadzaam om na installatie het uitgangsvermogen en de staandegolfverhouding
van de antenne door een bevoegd scheepswerktuigkundige te laten controleren.
Optionele externe
GPS-antenne SCU-38
Antenne
Rood
Zwart
Power Source
Beugel
Veerring-/moercombinatie
VOORZICHTIG
GPS-navigatieontvanger
Waterdichte
dekuitlaat
Zekering
Stelschroef
Optionele externe
luidspreker MLS-300
Vergewis u ervan dat de SCU-38
en de MLS-300 op een zodanige
a f s t a n d l i g g e n d a t h e t
magnetische kompas niet wordt
beïnvloed.
15