Assemblage
U moet het volgende doen om de telefoon te gebruiken:
•
de SIM-kaart in de telefoon plaatsen;
•
de batterij op de telefoon bevestigen;
•
de batterij opladen.
De SIM-kaart
Wanneer u zich als abonnee bij een netwerkoperator aanmeldt, krijgt u
een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). De SIM-kaart bevat een
computerchip met onder andere uw telefoonnummer, de diensten die bij
uw abonnement horen en uw telefoonboekgegevens.
Er zijn twee formaten SIM-kaarten. Eén is zo groot als een creditcard, de
ander is kleiner. Uw telefoon gebruikt de kleinste kaart. Veel SIM-kaarten
ter grootte van een creditcard bevatten een kleinere, geperforeerde kaart die
gemakkelijk uit te nemen is. Voordat u de telefoon kunt gebruiken, moet
u de SIM-kaart plaatsen volgens onderstaande illustratie.
De SIM-kaart aanbrengen en verwijderen
1.
Verwijder de batterij als deze is bevestigd. Steek de SIM-kaart in de sleuf
onder de zilverkleurige houders, met de goudkleurige aansluitpunten
omlaag en de schuine hoek naar rechts.
2.
Licht de rand van de SIM-kaart op en schuif deze naar buiten.
De PIN
De meeste SIM-kaarten zijn voorzien van een veiligheidscode die PIN
(Persoonlijk identificatienummer) wordt genoemd. U hebt deze code nodig
om toegang te krijgen tot het netwerk. Telkens wanneer u de telefoon aanzet,
krijgt u het verzoek de PIN in te voeren. U vindt de PIN in de informatie die
u van de operator hebt gekregen.
Sommige netwerken bieden diensten aan waarvoor een tweede PIN nodig is,
de PIN2.
De telefoon voorbereiden voor gebruik
7