Afstellen van de drukrolkracht
De drukarm controleert de hoeveelheid kracht uitgeoefend
door de aandrijfrollen op de draad. De drukkracht wordt
aangepast door de stelmoer met de klok mee te draaien
om de kracht te vergroten, tegen de klok in om de kracht
te verminderen. De juiste afstelling van de drukarm
resulteert in de beste lasprestatie.
WAARSCHUWING
Als de roldruk te zwak is, schuift de rol over de draad.
Als de roldruk te zwaar wordt ingesteld, kan de draad
vervormd raken, wat problemen met de toevoer in het
laspistool veroorzaakt. De drukkracht moet correct
worden ingesteld. Verlaag voor dit doel de drukkracht
langzaam totdat de draad net op de aandrijfrol begint te
schuiven en verhoog de kracht vervolgens iets door de
stelmoer een slag te draaien.
Draadelektrode in lastoorts steken
Schakel het lasapparaat uit.
Afhankelijk van het lasproces sluit u de juiste lastoorts
aan op het euro-stopcontact. Nominale parameters
van
de
toorts
en
overeenkomen.
Verwijder het mondstuk van het pistool en de
contactpunt of beschermkap en contactpunt. Maak
vervolgens de toortskabel recht.
Schakel de lasmachine in.
Houd de schakelaar voor Cold Feed/Gasvoorstroom
[14] vast of gebruik de toortsknop totdat draad over
het schroefdraaduiteinde van het pistool verschijnt.
Wanneer de toortsknop van de Cold Feed-schakelaar
wordt losgelaten, mag het draadspoel niet worden
afgewikkeld.
Pas de draadspoelrem dienovereenkomstig aan.
Schakel het lasapparaat uit.
Installeer een geschikte contacttip.
Afhankelijk van het lasproces en het type pistool,
installeert u het mondstuk (MIG/MAG-proces) of de
beschermkap (Gevulde draad-proces).
WAARSCHUWING
Neem voorzorgsmaatregelen om ogen en handen weg
te houden van het uiteinde van het pistool terwijl de
draad uit het uiteinde met schroefdraad komt.
Nederlands
het
lasapparaat
moeten
Aandrijfrollen vervangen
Schakel de invoervoeding uit voordat u de aandrijfrollen
installeert of vervangt.
Draadaanvoerunits LF 52D i LF 56D zijn voorzien van
een aandrijfrol V1.0/V1.2 voor staaldraad. Voor andere
draden en maten moet de juiste set aandrijfrollen
geplaatst worden (zie het hoofdstuk "Accessoires") en
moet men de instructies volgen:
Schakel de ingangsstroom UIT.
Ontgrendel 4 rollen door de 4 snelwisseltandwielen te
verdraaien [49].
Laat de drukrolhendels los [50].
Vervang de aandrijfrollen [48] die overeenkomen met
de gebruikte draad.
Zorg ervoor dat de pistoolliner en het contactpunt ook de
maat hebben die overeenkomt met de geselecteerde
draadmaat.
Voor draden met een diameter groter dan 1,6 mm
moeten de volgende onderdelen gewijzigd worden:
De geleidebuis van de voedingsconsole [46] en [47].
De geleidebuis van het Euro-stopcontact [45].
Vergrendel
de
snelwisseltandwielen te verdraaien [49].
Steek de draad door de geleidebuis, over de rol en
door de geleidebuis van Euro Stopcontact in de liner
van het pistool. De draad kan enkele centimeters
handmatig in de liner worden geduwd en moet
gemakkelijk en zonder enige kracht worden ingevoerd.
Vergrendel de drukrolhendels [50].
37
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
4
nieuwe
rollen
door
Afbeelding 73
Nederlands
de
4