Tabel 3 De standaardinstellingen van het basismenu
Parameter
Nederlands
Inductie – controleert de kenmerken van de boog
bij kort-booglassen. Het verhogen van de inductie
boven 0,0 zorgt voor een scherpere boog (meer
spatten), terwijl het verlagen van de inductie onder
0,0 voor een zachtere boog zorgt (minder spatten).
Regelbereik: van -10.0 tot +10.0.
Fabrieksinstelling, Insnoeren is UIT.
Toortsknopmodus (2-takt / 4-takt) - verandert de
functie van de toortschakelaar.
2-takt trekkerbediening schakelt het lassen in
en uit als directe reactie op de trekker. Het
lasproces begint wanneer de toortsknop wordt
ingedrukt.
In de 4-taktmodus kunt u doorgaan met lassen
wanneer de toortsknop wordt losgelaten. Om
het lassen te stoppen, moet de toortsknop
opnieuw worden ingedrukt. Het 4-takt model
vergemakkelijkt het uitvoeren van lange lassen.
Run-in WFS – stelt de draadaanvoersnelheid in
vanaf het moment dat de toortsknop wordt
ingedrukt totdat een boog tot stand is gebracht.
Regelbereik: van minimum tot maximum van de
draadaanvoersnelheid.
Fabrieksinstelling, Run-in WFS is uitgeschakeld.
Burnback-tijd – hoeveelheid tijd dat het lassen
doorgaat nadat de draad stopt met toevoeren. Het
voorkomt dat de draad in de ***plas*** blijft steken
en bereidt het uiteinde van de draad voor op de
volgende boogstart.
De Burnback-Tijd is automatisch ingesteld
(0,07s)
Regelbereik: van 0s (UIT) tot 0,25s
10
Definitie
Nederlands